Op welke wijze kan aan de in deze opsomming besloten wen-
schen worden tegemoet gekomen In het volgende is een oplos
sing uitgewerkt, waarbij getracht is met het thans ingedeelde
personeel uit te komen. Men houde voorts in het oog, dat een
thans uitgedachte organisatie waarschijnlijk eerst na verscheidene
jaren geheel werkelijkheid zal kunnen zijn geworden. Bij elk
ontwerp zal dus gepoogd moeten worden zoo ver mogelijk vooruit
te zien. Bovendien zal bij tegenstrijdige eischen vaak met een
compromis genoegen moeten worden genomen.
ad. a. Krombaanvuur.
In moderne buitenlandsche legers valt de neiging waar te nemen,
bij alle échelons van de infanterie geëigende krombaanwapens in
te voeren. Collectieve krombaanwapens worden zelfs aangetroffen
bij de groep (Frankrijk), waarbij dan de mogelijkheid tot ver-
eenigd optreden binnen het verband van de sectie is opengelaten.
Het voornaamste bezwaar van de daartoe gebruikte geweergra
naat is de betrekkelijk geringe uitwerking in Italië zijn daarom
bij de sectie zeer veel schietbekers ingedeeld, waardoor deze wel
haast tot individueele wapens zijn geworden.
Deze oplossing schijnt echter slechts matig te voldoen, zoodat
men thans meer zoekt in de richting van een speciaal sectie- of
compagnieswapen in den geest van de bestaande mortieren doch
van kleiner kaliber (tot 60 mm). Zoo is een Sb.mortiertje van
47 mm op de markt, dat evenwel niet al te gunstige spreidingen
vertoonthet kleine kaliber veroorlooft weliswaar het medevoeren
van een redelijken (hoewel kleinen) munitievoorraad, doch ook
voor dit kaliber geldt het bezwaar van geringe uitwerking. Polen
voerde onlangs per infanterie-sectie een „granatnik" in met 700
m maximum-dracht een projectiel van 700 g verschietend.
Al deze wapens oefenen maar een matige bekoring uit. Ook
blijkens de jongste ervaringen (Chaco Spanje) vraagt de werke
lijke oorlog wapens van zoo groot mogelijk vermogen. Zelfs het
projectiel van onzen 81 mm Sb.mortier verliest tegen een eeniger-
mate gedekten tegenstander veel van zijn uitwerkingde uit
werking van een lichten mortier dient die van dat kaliber zooveel
mogelijk te benaderen, terwijl als regimentswapen over een krom-
baanwapen van grooter vermogen moet kunnen worden beschikt.
Vermogen (dracht, uitwerking) en vervoerwijze stempelen den
in gebruik zijnden mortier tot een organiek bataljons wapen in
verschillende legers is tot uitbreiding van het aantal tot tenmin
ste 4 per bataljon overgegaan.
Gewenscht lijkt dus aan collectieve krombaanwapens te be
schikken over
een cie.- of sie.wapen van voldoend lichte constructie, met
groote uitwerking, desnoods onder verdere prijsgeving van dracht
(bijv. 1 per sie.)
39