mortiermunitie 4 X 28 schoten of 28 kistenin totaal
rond 1,4 ton.
Ter beperking van het aantal paarden en karren is hiervoor
afgezien van vervoer in het bataljongerekend wordt op ver
voer in een regiments lichte munitiecolonne, bestaande uit (bij
voorkeur licht gepantserde) motorvoertuigen op rupsbanden. V.w.b.
de capaciteit ten behoeve van de bataljons is een logische eisch,
dat deze lichte munitiecolonne per bataljon in één keer een batal
jonsrantsoen munitie (V2 dagvoorraad) kan afnemen. Aangezien
dit rantsoen rond 3 ton weegt1)zal bij een laadvermogen dezer
voertuigen van 1 ton (bijv. motorvoertuig 0,4, aanhanger 0,6 ton)
voor 3 bataljons een indeeling van 3X3 van deze voertuigen
moeten worden toegepastzoo lang nog geen munitie van de lichte
munitiecolonne is uitgegeven of van een hooger échelon overge
nomen, kan bijv. van elke 3 voertuigen er één beladen zijn met
k.- en km.munitie, één half beladen met mortiermunitie en één
onbeladen.
Behalve den regimentsstaf moeten nog de volgende regiments
organen worden ingedeeld
cie. zware mitrn. (3 X 3),
cie. pantserafweerkanonnen (3X2X2),
cie. zware mortieren (tenminste 2X2),
gemotoriseerde fuseliercie. en
lichte munitiecolonne.
Al deze organen dienen gemotoriseerd of gemechaniseerd te zijn.
De collectieve wapens waren te vereenigen in een speciaal batal
jon, waarvan de commandant doorloopend belast zou kunnen zijn
met den lucht- en pantserafweer voor het regiment.
Hoewel onvoldoende gegevens ter beschikking staan om een
gedetailleerde uitwerking te geven, kan toch wel worden geschat,
dat de bemanning der genoemde regimentsorganen niet meer dan
500 a 600 man zal eischen.
Tot slot de wensch, dat het voorgaande aanleiding mag geven
tot een vruchtdragende gedachtenwisseling met „andersdenkenden"
in dit tijdschrift, opdat ook daardoor de denkbeelden omtrent de
toekomstige organisatie van onze regimenten infanterie vasten
vorm zullen kunnen krijgen.
49
b Met opzet is hier met tenminste bataljofisrantsoenen gerekend. De
berekening der dagvoorraden moge al per wapen geschieden, het vervoer
en de aanvulling van de munitie geschieden „in bulk" aangezien het uit
gangspunt (het gemiddelde verbruik per gevechtsdag per wapen! slechts
op een min of meer gemotiveerde taxatie berust, heeft het geen zin met
andere vervoerseenheden dan de normale troepenverpakking te rekenen
kleine restanten komen in de organieke troepenuitrusting niet voor, doch
worden verwaarloosd.