M.b.t. de politioneele opleiding van het militaire personeel zij nog het volgende vermeld Officieren en kader alsmede manschappen, die later bij de veld politie detachementen zullen moeten optreden als monteur of mo torrijder, worden gedetacheerd aan de politieschool te Soekaboemi. De overige marechaussee's, die naderhand de functies zullen ver- 3 hun na terugkeer in het militaire verband die gewoonten weer worden afgeleerd thans bij de compagnie teruggekeerd zijn de, geen soepelheid of waarschuwingen meer, doch het strikt opvolgen van gegeven bevelen en voorschriften. Het zou ons te ver voeren hier de Instructie voor de militair technische leiders, detachementscommandanten en van de Voor- loopige instructie ten behoeve van de veldpolitie in Nederlandsch- v Indië in extenso te bespreken. Wij willen echter een regeerings- rondschrijven aanhalen, uitgegeven in Juli 1933, o.m. luidende „Deze tewerkstelling brengt de betrokken militairen in een voor hen geheel nieuwe verhouding tot het Binnenlandsch-Bestuur, wijl zij daaraan voortaan ondergeschikt zullen zijn en van de betrokken bestuursambtenaren opdrachten zullen moeten ontvangen. De Gouverneur-Generaal vertrouwt, dat zoowel aan civiele als militaire zijde begrepen wordt, dat het welslagen van deze taakoverdracht afhanke lijk is van den tact en de goede samenwerking van alle betrokkenen. Waar aanvankelijk niet kan worden verwacht, dat de militaire veldpolitie reeds dadelijk op gelijke wijze zal functionneeren als de reeds ingewerkte veldpolitie, zullen de betrokken bestuursambtenaren de militairen steeds, voor zooveel in hun vermogen ligt, met raad en daad ter zijde moeten staan. Wat betreft de verhouding van den korpscommandant tot diens onder geschikten gedurende den tijd, dat deze met politiefuncties zijn belast, dient het volgende in acht te worden genomen. De korpscommandant dient in militair-technisch opzicht de verantwoorde lijkheid te blijven dragen voor dat deel van zijn korps, dat tijdelijk wordt belast met de uitoefening van veldpolitiediensten. Daarom behoort hij zich te vergewissen van de handhaving van een goeden geest en van de militaire orde en tucht onder het betrokken personeel, en is het gewenscht, dat hij nu en dan de militaire veldpolitiedetachementen inspecteert, teneinde zoo noodig de ten deze vereischte regelingen, gebaseerd op persoonlijke waar neming en bevinding te treffen dan wel terzake voorstellen aan den Gou verneur te doen. De korpscommandant mag deze inspecties evenwel niet uitoefenen, dan nadat hij zich tevoren ervan overtuigd heeft, dat daartegen bij den Gouver neur geen bezwaar bestaat, terwijl zijn technische bemoeienis nu hij geen bemoeienis heeft met de politioneele dienstoefening zich niet mag uitstrekken tot aangelegenheden, welke samenhangen met of voortvloeien uit de politioneele taak van den troep. Zijne Excellentie acht het verder uit militair-technisch oogpunt onge- wenscht, en in verband met de ondergeschiktheid van de technische leiders der uit militairen samengestelde detachementen veldpolitie aan de betrok ken Residenten, ook niet noodig, dat de Hoofden der gewestelijke inspecties van de algemeene politie in West- en Oost-Java evenbedoelde detachementen inspecteeren".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 5