59 vuurvereeniging noodig is en dit is volgens S. h.et moeilijkste deel van de art. schietkunst. Het vereischt grondige voorbereidingzoo moet de afd.cdt. geheel op de hoogte zijn van de plaatsen van de bijn., hun voorgelegen dekking en schootsveld, van de plaatsen van de waarnemingsposten en de terreindeelen, die vandaar worden ingezien (hetzelfde geldt, zij het minder in details, voor de bijcdtn.). Omvatten deze niet het geheele voorterrein, dan moet dit bereikt worden door het uitzenden van waarnemers op de vleugels en naar voren. Een der belangrijkste voorbereidingen is het vast stellen van „Zielpunkten". Deze zijn te onderscheiden in twee groepen: in het terrein zichtbare punten, welke z.s.m. op de kaart worden vastgelegd en in coördinaten opgegeven punten; die z.s.m. in het terrein moeten worden opgezocht. Doelen worden de eerste maal gemeld in coördinaten, daarna met hun nr. het opgeven van coördinaten duurt lang en is een bron van fouten. Voorts dient de commando-overbrenging bij vuurcon- centraties snel te kunnen geschieden. Zullen de offn. zich normaal onthouden van het overnemen van de taak van de tftn., bij vuurconcentraties is dit daarentegen de aangewezen oplossingde coördinaten worden persoonlijk door den Nachrichtenoff. overgegeven aan de waarnemers (en aan de bij. cdtn. en beginnen met het co. „vuurconcentratie" dat electriseerend moet werken op de geheele afd. Uit het artikel blijkt voorts, dat elke bij.inschiet. S. geeft eenige oplos singen om dit zoo snel mogelijk te doen verloopenvolgens hem is het mogelijk, het vrijwel gelijktijdig door de geheele afdeeling te doen geschieden. De afd.cdt., die zoo eenigszins mogelijk een eigen wgp. moet hebben, ver vult hierbij een belangrijke rolhij mag niet schromen, in te grijpen door groote afwijking met con. te corrigeeren z.n. neemt hij het inschieten van een batterij over Voor het uitwerkingsvuur rekent men per bij. op 120 a 130 m breedte, per afd. op max. 400 m bij dienovereenkomstig smallere doelen kan men twee bijn. naast elkaar en de derde op de geheele strook inzetten. Is deze daarentegen smal genoeg voor 1 bij., dan zal het bevuren met de 3 bijn. den benoodigden tijd tot Vs verkorten en de moreele uitwer king buitengewoon doen toenemen. Het afgeven van de concentratie kan tenslotte op twee wijzen geschiedendoor het versnellen van het vuur- tempo of door vuurovervallen. Wij vestigen er in het bijzonder de aandacht op, dat in het geheele artikel niets voorkomt omtrent vuuropgave en overname aan de hand van be rekeningen zooals wij die kennen (H.S.A. pt 216 e.v.). Ges- en nevelschieten. Gasschutz und Luftschutz, Sept. '36, vermeldt in Die chemische Waffe in' der japanischen Armee nach russischer Ansicht ontleend aan een R.mil.tijdschrift het volgende betreffende de Jap.art. Voor de kanonnen van 7.5 en 10 cm benevens voor de hw. van 15 cm beschikt men over gasgn. (gevuld met fosgeen, yperiet en blauwzuur) en gasbrisantgn. (chlooracetophenon, yperiet en adamsiet). Per proj. van de genoemde kalibers rekent men op een werkzame opp. van resp. 20, 50 en 200 m2. Voorts zijn nevelprojn. (fosfor) aanwezig. Vorengenoemde mu. maakt in oorlogstijd 20—25 van den „parkvoorraad" uit. Hoewel bovenstaande gegevens vrij oppervlakkig zijn, wijzen zij met die, in hetzelfde artikel verstrekt betreffende de andere wapens er wel op, dat Japan zich terdege voorbereidt op het gebruik van het „chemische wapen". Waarneming. Gnl. Marx schrijft in het M.W. van 25 Sept. Zur Frage der Artillerie{lieger. S. gaat uit van drie stellingen le daar men zich niet mag baseeren op het maken van grove fouten door den vij. is zijn art. niet te bestrijden met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 65