63
tegen de in de vaart- en in aanbouw zijnde schepen kan volstaan met
belangrijk lichtere bommen. Bij de marines is men het er over het algemeen
mede eens, dat het minimum gewicht van tegen ongepantserde schepen te
gebruiken projectielen 40 a 50 kg met 3 a 4 kg springstof bedraagt. Komt
men hier beneden dan is nog wel succes te verwachten tegen het personeel
doch niet tegen het materieel. Een bom met dezelfde hoeveelheid springstof
zal ongeveer 8 a 10 kg wegen. Deze zou tevens voldoende doorslagkracht
hebben tegen een niet-gepantserd vaartuig. Naast het schip vallend zou
van deze bommen echter weinig resultaat zijn te verwachten. Neemt men
een bom met een gewicht van b.v. 40 kg met een springlading van 20 kg
dan is deze tevens voldoende om ernstige averij te veroorzaken aan gepant
serde schepen indien de bom naast het schip valt. S. wijst er bij het
bespreken van de van een dergelijke bom te verwachten uitwerking op, dat
de moderne schepen slechts gedeeltelijk gepantserd zijn. Als regel zijn
alleen de machines en munitiebergplaatsen beschermd door het gordelpant
ser terwijl de bergplaatsen voor de stookolie er buiten liggen. Maximum
is 60 a 65 van de lengte van het schip beschermd, als regel minder dan
50% en bij de laatste moderne kruisers zelfs minder dan 40 Waar tegen
woordig veel waarde wordt gehecht aan een grooten actieradius, zullen er
als regel groote bergplaatsen voor stookolie aanwezig moeten zijn. Wanneer
nu de wand van een dergelijke oliebergplaats wordt doorgeslagen door een
in de nabijheid van het schip vallende bom behoeft dit nog geen ernstige
gevolgen te hebben voor het drijfvermogen van het schip daar het er weinig
toe doet of de stookolie wordt vervangen door zeewater. In elk geval zal de
actieradius echter afnemen. Dit is niet alleen van belang bij operaties ver
van de basis doch tevens bij de uitvoering van raids, waarbij men met
maximum snelheid terugkeert waardoor het brandstofgebruik sterk toe
neemt.
Wel kan de stabiliteit van het schip door een en ander sterk afnemen.
S. wijdt uitvoerige beschouwingen aan deze vermindering van stabiliteit
en vermeldt daarbij, dat vooral de 10.000 tons kruisers maar weinig overschot
aan stabiliteit hebben.
Ook gebeurlijke averij aan den buitenwand, waarbij gedeelten van de
bekleeding naar buiten gaan uitsteken, zullen een zeer nadeeligen invloed
uitoefenen op de snelheid van het schip. S. komt dan tot de volgende con
clusie „Rayon d'action, vitesse, flottabilité, stabilité, sont a la merci des
bombes d'avions légéres, même sur des batiments qu'on qualifie de
protégés".
Vervolgens gaat S. over tot een vergelijking tusschen de uitwerking van
de bommen van 50 kg en zwaardere bommen. Hierbij wordt in beschouwing
genomen een schip, waarvan de waterdichte schotten uitsluitend in de
dwarsrichting zijn aangebracht op onderlinge afstanden van 10 m. Een bom
van 50 kg met 60 springstof, welke op eenigen afstand van het schip juist
midden tusschen twee schotten valt, zal tot gevolg hebben, dat het comparti
ment, waarvoor zij valt, benevens de beide aangrenzende compartimenten
vol water loopen. Gebruikt men zwaardere bommen, dan zal de aan de drie
compartimenten toegebrachte schade grooter zijn.
Om echter tot gevolg te hebben, dat 5 compartimenten worden lek geslagen
zal de zwaardere bom in staat moeten zijn om op e^n afstand van 15 m
evenveel schade te berokkenen als de bom van 50 kg op 5 m. De bom zal
dan 9 X zoo zwaar moeten zijn. Met 9 bommen van 50 kg zou het echter
mogelijk zijn 27 compartimenten te vernielen.
Aan het einde van het zeer lezenswaardige artikel komt de ingénieur
Rougeron tot de volgende slotconclusie„Pourvue qu'elle les arme d'une
fusé a double fonctionnment sur l'eau et sur töle, l'aviation peut déverser
sur les navires soi-disant protégés les stocks de bombes les plus variés
elle trouvera rarement un objectif aussi accommodant."