64
Deutsche Wehr 1936 (heft 33 en 36), M.W. 1936 Nr. 5.
Japan. Op 1 Augustus 1936 zijn de Japansche luchtstrijdkrachten gere
organiseerd en onttrokken aan den minister van oorlog. In een communiqé
werd echter gezegd, dat de reorganisatie geenszins insluit, dat de luchtstrijd
krachten geheel gescheiden worden van land- en zeemacht. Het doel is om
de snelle ontwikkeling van het luchtwapen te verzekeren. Het Jap. leger
zou de beschikking hebben gekregen over het Dewoitine jachtvliegtuig type
510. Het toestel is uitgerust met een watergekoelden Huispano Suiza motor
van meer dan 860 pk. De maximum snelheid op 5000 m bedraagt 402 km en
de stijgsnelheden naar 5000 en 8000 m respectievelijk 6 en 11 minuten. De
bewapening bestaat uit 2 mitrailleurs of uit 1 kanon van 20 mm met een
vuursnelheid van 200 schoten/minuut.
Bij de laatste Japansche luchtmanoeuvres zouden geheel nieuwe lichtbom
men zijn gebruikt met een lichtsterkte van 500 millioen kaars, waarmede
het mogelijk was geheele steden zoodanig te verlichten, dat gerichte bom
aanvallen konden worden uitgevoerd.
B.B.S.M. September 1936.
De „American Armement Corporation" heeft een automatisch kanon van
37 mm vervaardigd, dat bestemd is voor de bewapening van de zware bom
bardementsvliegtuigen met het oog op aanvallen door kanonjagers, die als
regel zijn uitgerust met kanonnetjes van 20 mm.
Het kanon heeft een vertikaal schootsveld van 15°b 60° en wordt
afgevuurd met den linker voet van den schutter terwijl met den rechter
voet de draaiing van het kanon wordt geblokkeerd. De lengte bedraagt
20 kaliber, de vuursnelheid 100 schoten/minuut, de Vo 381 km/sec., de maxi
mum dracht 4000 m en het gewicht 197 kg.
v. d. E.
Geneeskundige Dienst.
6e Session de 1'Office International de Documentation de Medicine Mi
litaire.
Het verslag der 6e, van 12 tot en met 14 October 1936, bij uitzondering
te Genève gehouden zitting van het Office International de Documentation
de Medecine Militaire, dat kortgeleden in beknopter vorm en eenvoudiger
aankleeding dan dat tot heden het geval was, verscheen, behandelt wederom
een reeks zeer belangwekkende militair-medische en juridische vraagstukken
met betrekking tot den modernen oorlog en verdient daarom, maar nog
meer omdat dit het eerste Congres geweest is, waarop Nederlandsch-Indië
officieel vertegenwoordigd was, hier een wat uitvoeriger bespreking.
Dertig landen hadden hun officieele vertegenwoordigers gezonden, te
wetenArgentinië, Australië, België, Brazilië, Chili, China, Duitschland,
Estland, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Hongarye, Italië, Japan, Litauen,
Monaco, Nederland, Nederlandsch-Indië, Nicaragua, Polen, Roemenië,
Rusland, San Domingo, Spanje, Tsjechoslowakye, Turkye, Yoegoslavië, de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika en Zwitserland. Zooals te doen
gebruikelijk had ook het Internationale Comité van het Roode Kruis zich
laten vertegenwoordigen.
In de openingsvergadering werd door Generaal Raiano, Inspecteur van
den Roemeenschen Militair Geneeskundigen Dienst, tevens President van
het Permanente Comité der Internationale Congressen voor Militaire
Geneeskunde, de Kolonels Favre, Vollenweider, Voncken en staatsraad A.
Picot het woord gevoerd over het wezen en streven van het Comité.
Hieronder volgt een lijst der op het Congres behandelde onderwerpen
1. Typhus in het Yoegoslavische leger door Overste Dr. Georgevitsch
(Yoegoslavië).