'De tekst der nieuwe wetsartikelen luidt als volgt
Art. 1. Les vaccinations antitétanique et antidiphtérique seront obliga-
toires dans les armées de terre, de mer et de l'air, sur décision
des ministres intéressés. Elles pourront être associées a la vac
cination antityphoïque.
Art. 2. Les conditions d'application des dispositions de l'article premier de
la présente loi seront fixees par des instructions ministérielles.
Art. 3. Les dispositions de la loi du 18 Décembre 1931 sont abrogées.
(De wet van 18 December 1931 stond alleen toe de vaccinatie
tegen diptherie onder bepaalde omstandigheden voor het leger
verplichtend te stellen)
Ramon erkent in dit artikel weliswaar de bijzonder mooie resultaten, die
vooral gedurende den oorlog 19141918 bereikt zijn met de preventieve sero-
therapie welke berust op een passieve immunisatie van het organisme tegen
het klemvirus, maar somt ook eenige onvolkomenheden op, welke deze
methode aankleven en haar met name minder geschikt maken voor toepas
sing in een oorlogvoerend leger.
De vaccinatie met het zoogenaamde tetanusanatoxine, dat dank zij eene
over jaren zich uitstrekkende reeks proefnemingen op groote schaal, in
zijn eigenschappen en uitwerking volkomen bekend is, bewerkt een actieve
immuniteit voor den tijd van minstens een jaar en het is zonder meer
duidelijk, van welk een groote beteekenis dit is voor een oorlogvoerend
leger. Met ingang van 1 April 1935 werd voor het Koninklijk Nederlandsch
Indische Leger reeds bepaald, dat alle militairen met typhus-cholera-dysen-
terie-vaccin worden gevaccineerd waaraan een hoeveelheid tetanusanatoxine
is toegevoegd. Ofschoon de wieg van het tetanusanatoxine in Frankrijk
gestaan heeft, zijn wij blijkens het vorenstaande dus de eersten geweest die
de massale tetanusvaccinatie in het leger hebben ingevoerd. Toch bestaat er
een principieel verschil tusschen de recente Fransche regeling en die van
ons, waar ik hier terloops nog even op wijzen wil, en dat is, dat in Frankrijk
deze aangelegenheid thans wettelijk geregeld is en bij ons slechts intern-
reglementair.
S.
7. BOEKBESPREKING.
1. "WAAR KRIS EN KLEWANG DREIGDEN,"
een episode uit den heldenstrijd op Atjeh (1895-1897) door T. R. L. Oehmke
prijs 2.75 ingenaaid, 3.50 gebonden, N. V. Noord-Hollandsche uitgevers
mij. Amsterdam.
De schrijver geeft op eenvoudige onopgesmukte wijze een periode weer van
het Koninklijk Nederlandseh-Indische Leger, waarin door het optreden van
onze militairen gekenmerkt door moed, zelfverloochening en volharding
de kiem van het huidige vreedzame bestuur in het eens zoo beruchte Atjeh
werd gelegd.
Een pittig voorwoord van Generaal Snijders wijst o.i. terecht op de
opvoedende waarde van dit boek voor de jeugd.
Moge het boekwerk zijn weg vinden niet alleen bij jong-Nederland doch
mede in Indië, zoowel bij burgers als militairen.
W.
67