Verzoeke bij aankomst in Europa zoo spoedig mogelijk adres op te geven aan den Correspondent aldaar, den Kapitein-Intendant G. I. van Leeuwen, van Soutelandelaan No. 33 den Haag. Verschuldigde contributie kan worden gestort of overgeschreven bij postrekening 75531, ten name van genoemden correspondent. 68 2. HET MASKER VAN NIPPON, door M. van der Staal. Uitgave N. V. Dagblad en Drukkerij de Standaard Amsterdam. Sierd Murco Offinga, geboren in Nagasaki, werkzaam op de handels- afdeeling van één der departementen te 's-Gravenhage, krijgt opdracht, een oriënteerende reis te ondernemen naar Japan. De avonturen, welke hij daarbij met spionnen en agents-provocateurs beleeft, vullen de ruim 200 bladzijden van het boekwerkde personen zijn zooals de schrijver voor opstelt fictief. De heer van der Staal geeft blijk, niet slecht georiënteerd te zijn, zoowel wat betreft publicaties in de Japansche pers als ten aanzien van enkele andere zaken, welke verband houden met de expansionnistische politiek. Wel komen naar onze meening enkele onnauwkeurigheden voor (niet het Eng.-Jap. verdrag dateert van 1905, doch de herziening daarvan en worden eenige zaken genoemd, welke nog slechts toekomstmogelijkheden zijn, doch over het algemeen komen de geconstateerde feiten ons juist voor. Dat schrijver bij het weergeven daarvan wat al te eenzijdig te werk is gegaan van alle in persoon ten tooneele gevoerde Japanners is er slechts één, die niet tevens spion isdoet het boek niet rijzen boven het peil van de door hem weergegeven persartikelen. De strekking van het onderhavige werk is blijkbaar, de aandacht van het Nederlandsche publiek, dat niettegenstaande de waar te nemen natio nale opleving nog maar al te veel geneigd schijnt te zijn, de gebeurte nissen om en in het deel van het Rijk in Azië te bezien als zaken „die wel niet zoo'n vaart zullen loopen", te vestigen op de Japansche expansie en de daartegenover door Nederland zijns inziens aan te nemen houding. In dit verband doet het aangenaam aan, dat de schrijver geenszins blijkt te behooren tot hen, die slechts een ons den laatsten tijd in de Japansche pers herhaaldelijk verweten Japannervrees propageeren, doch dat hij ver trouwen stelt in de Nederlandsche Regeeringhet hoofdstuk, waarin dit tot uiting komt, achten wij het beste van het geheele boek. Sch.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 74