81 Het standpunt, dat het gebruik van landbommerwerpers onnoodig duur en weinig doelmatig zou zijn, deelt de Regeering allerminst. Onnoodig duur is de landbommenwerper genoemd, omdat daarvoor vbegkampen en landings terreinen in de uiterste buitenposten moeten worden aangelegd, welke be waking en verdediging behoeven, terwijl voor het zeevliegtuig zeearmen, baaien en kreeken natuurlijke landingsterreinen zijn die niets kosten. Zoo eenvoudig bgt echter de figuur niet. In de eerste plaats zij vooropgesteld, dat de kosten van aanschaffing en ook de bedrijfskosten van vliegbooten niet onbelangrijk hooger zijn dan die van de landbommenwerpers. Bij ge bruik van zeevliegtuigen zullen de op de maritieme luchtstations opgelegde voorraden benzine, smeerobe en vliegtuigbommen beschermd dienen te worden, evenals zulks het geval is met de basisterreinen voor landbommen werpers. In sommige streken, alwaar meren en groote rivieren een natuur lijk en verplaatsbaar station voor watervliegtuigen bieden, zal het zeevliegtuig geen basisbescherming behoeven, doch in andere streken, waar geen groote riviren zijn en het station aan de kust moet worden gevestigd, zal een landvliegkamp, dat tientallen kilometers in het achterland kan worden gevestigd, meer zekerheid bieden. Weinig doelmatig zijn de landbommen werpers genoemd, wijl zij niet geschikt zijn voor samenwerking met de marine, doordat het landmachtpersoneel, dat deze vliegtuigen zal bedienen, niet voldoende zal zijn opgeleid voor deelneming aan operaties ter zee, waarbij bovendien nog als bezwaar wordt aangevoerd, dat landvliegtuigen, niet zooals zeevliegtuigen, „op of bij de vloot" kunnen blijven. Het eerste bezwaar is op gelijke wijze te ondervangen als ook elders geschiedt, nl. door het plaatsen van maritiem geschoolde zeewaarnemers op de landbom menwerpers in Indië. Wat het laatste bezwaar betreft, het is een volkomen miskenning van het karakter van den bommenwerper, als men dit toestel met zijn formidabele snelheid zou dwingen „op of bij de vloot" te blijven. Zij behooren in massaal verband toe te slaan indien hun tegenwoordigheid vereischt wordt en niet gebonden te zijn aan een slechts langzaam ver plaatsbare scheepsmacht, ook al omdat zij dan een niet geringe kans loopen gevoelige verliezen te lijden, voordat zij aan hun eigenlijke taak zijn. Zijn hiermede naar het voorkomt de aangevoerde nadeelen van de land- bommenwerpers tot de juiste verhoudingen teruggebracht, thans stelt de ondergeteekende er prijs op, te wijzen op de vele voordeelen van deze bom menwerpers, welke de hier aan het woord zijnde leden blijkbaar over het hoofd hebben gezien en die toch voor een objectief inzicht in deze materie vermeld dienen te worden. Het is zoowel in de militaire als bij de civiele luchtvaart een internationaal erkend en vaststaand feit, dat het landvlieg- tuig in „perfomance" (snelheid en stijgsnelheid, werkingssfeer, nuttige last bij volgeladen benzinetanks, manoeuvreervaardigheid) en dientengevolge ook in gevechtseigenschappen in belangrijke mate superieur is aan het water vliegtuig, althans zoolang dit gelijk bij onze zeevliegtuigen het geval is beneden de 15 ton gewicht blijft. Ware het anders, dan zou men zich met verwondering kunnen afvragen, om welke reden allerwegen zooveel meer land- dan zeevliegtuigen worden aangeschaft. De gevolgtrekking ligt dus voor de hand, dat de voor het luchtwapen toe te stane gelden het best zullen worden besteed door het gebruik van landbommenwerpers, waar zulks mogelijk is. Hier komt nog bij, dat indeeling van deze bommenwer pers bij de Indische landmacht niet de minste moeilijkheden geeft voor wat betreft de personeelsvoorziening, zooals thans reeds bij de invoering der regeling voor „Kort Verband-Vliegers" bij de Indische luchtvaartafdee- ling is gebleken. Van „over en weer" dienen met al de daaraan verbonden nadeelige gevolgen is hier geen sprake. Het o.m. daaraan verbonden be zwaar, dat de korte Indische turns in niet onbelangrijke mate een beletsel zijn om het schier onmetelijke terrein van actie tot in de verste uithoeken te leeren kermen, valt bij gebruik van landbommenwerpers geheel weg, dat de K.-V.-vliegers der luchtvaartafdeeling te Andir de verplichting heb ben gedurende de 7 jaren van hun dienstverband in Nederlandsch-Indië

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 87