83 Regeering, ondanks de onvolkomenheden, die den Volkenbond nog aan kleven, met overtuiging vasthouden aan het beginsel der collectieve veilig heid. Zij meent er echter nadrukkelijk op te moeten wijzen, dat ook bij een stelsel van collectieve veiligheid, een land, dat aangevallen wordt, gedurende den eersten tijd op eigen kracht zal zijn aangewezen en dat dit tijdperk bij een conflict in de Pacific zeker eenige weken zal duren. Het denkbeeld, waarop ons weermachtstelsel gegrond is, is in zijn wezen uitsluitend defensief al beteekent dit allerminst dat de weermacht, nadat we aangevallen zijn, ook slechts defensief zal moeten ageeren. Het minimum der strijdkrachten voor Nederlandsch-Indië, benoodigd voor deze, in wezen defensieve actie, wordt geleverd door de vloot van het nage noeg ongewijzigde plan 1930, vermeerderd met voorlocrpig 39 landbommen- werpers. De verwijzing dezer leden naar wat Engeland, Italië, Duitschland en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika doen, klinkt eigenaardig, waar ieder weet, dat deze landen, die blijkbaar over geldmiddelen beschikken die ons niet ten dienste staan, in elk geval meer geld besteden aan de verster king hunner drijvende strijdkrachten dan aan de luchtmacht. Dat de Amerikaansche leger- en vlootautoriteiten tot de leverantie der Glenn-Martin bommenwerpers eerst toestemming zouden hebben verleend, toen zij voor zich een beter en meer volmaakt toestel op het oog hadden, waarvoor zij het type, dat tot dusver als het beste gold, hadden prijsgegeven, moet met nadruk worden tegengesproken. De 7 Glenn-Martin bommen werpers zijn, evenals de daarna bestelde 6 andere toestellen, door de Glenn- Martin fabrieken vervaardigd tijdens den aanmaak van 100 toestellen van ditzelfde type, bestemd voor het Amerikaansche leger. Mitsdien moet het duidelijk zijn, dat hier van een technische misgreep geen sprake is. De Regeering wenscht bovendien nog nadrukkelijk te verklaren, dat uit een recent rapport van een in Amerika werkzaam zijnde, alleszins deskundige commissie gebleken is, dat de bestelde landbommenwerpers de beste zijn, die momenteel in de wereld te verkrijgen zijn. 2. Uit de rede van Z. Exc. Min. Colijn Rede in eersten termijn. Mijnheer de VoorzitterDe derde vraag, die in verband met het defensie plan gerezen is, is de bekende twistvraag kruiser of vliegtuig. Het is merkwaardig, hoe iedereen naar zijn smaak uit de mededeelingen van de Regeering leest, wat hij er eigenlijk uit begeert te lezen. Ik heb in de pers naar aanleiding van de Memorie van Antwoord gelezen Aha, de Minister gooit de kruisers over boord en gaat over op de landmachtbommen werpers. Ik heb ook het omgekeerde in de pers gelezen. De zaak is toch werkelijk heel eenvoudig, Mijnheer de Voorzitter. De Regeering beoogt ik heb het een oogenblik geleden nog gezegd aanschaffing van wat aan de zeegaande vloot ontbreekt en wat er behoorde te zijn en dan met de verandering, die ik zooeven al genoemd heb met betrekking tot de onderzeebooten voor de Nederlandsche kust en de pantser booten, die niet in het schema waren opgenomen, maar die ik er wel in opgenomen heb. Over vernieuwing van wat bestaat, van wat reeds aanwezig is, behoeft men op dit oogenblik nog niet te beslissen. Dat is nog lang niet aan de ordedat zal te zijner tijd door de Regeering en de Staten-Generaal moeten worden bepaald. Wanneer men met een 20-jarigen levensduur van den kruiser rekent na zijn indienststelling en dat is de tijd, die er in het algemeen voor genomen wordt dan is er eerst in 1942 en in 1943 noodzaak om een kruiser op stapel te zetten, waarbij ik dan natuurlijk aanneem, dat men hem bouwt in den redelijken tijd van 3 jaar en niet in den zeer onredelijk langen tijd van 5 jaar, wat heelemaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 89