85 gegeven oogenblik zich ergens in den Archipel een steunpunt te verschaffen, waartegen op dat oogenblik die verspreid opereerende vloot niets doen kan Daarbij moet men niet vergeten, dat het ook dagen duurt eer die verspreide deelen van de vloot, die in vergelijking met de vliegtuigen zich slechts zeer langzaam verplaatsen kunnen, zich weer vereenigd hebben. In dien tusschen- tijd kan een vijandelijke aanvaller de gelegenheid erlangen, op een bepaald punt van een van de eilanden zich een steunpunt te verzekeren, om vandaar uit verder te ageeren en dan is er maar één middel, zelfs maar één middel denkbaar ik zeg het opzettelijk heel sterk waardoor men tegen dien vijand kan optreden en dat is door een massalen aanval van een groote macht van landbommenwerpers, die zich met een grooter snelheid kunnen ver plaatsen dan de zeeverkenners, welke bovendien bij de schepen moeten blijven, waartoe zij behooren. Daarom wat er ook met de vloot gebeurt, of er kruisers in zullen blijven of niet, die landbommenwerpers moeten altijd aanwezig zijn. Vandaar, dat ik met zooveel overtuiging tot de aanschaffing er van ben overgegaan. Natuurlijk brengt dit mee, dat er ook enkele basis vliegvelden moeten worden opgerichtzonder die heeft men aan die land bommenwerpers niet veel die basisvliegvelden zullen gering in aantal kunnen zijn en op eenigen afstand in het binnenland aangelegd moeten worden, zoodat ze van de kust uit niet benadeeld kunnen worden. Overigens wijs ik er op, dat Indië op het gebied van vliegvelden volstrekt niet zoo slecht voorzien is. Er zijn er op het oogenblik, grootere en kleinere, al 63, verdeeld over de verschillende eilanden en er zullen er van deze basisvliegvelden nog een vier- of vijftal bijkomen Er moet voor Indië nog komen een tweede groep van 39 groote vliegtuigen en de Nederlandsche luchtmacht is zelfs, na de besteding van de 6 millioen, die er nu voor zijn uitgetrokken, nog maar in haar allereerste begin van ontwikkeling. Hier over de luchtmacht sprekende, zijn er ook weer zooveel belangstel lende vragen gesteld, dat ik mij zelf in de rede moet vallen door enkele van die vragen te beantwoorden. De heer Schaepman wilde eigenlijk een aparten luchtdienst, een gecon centreerde luchtmacht onder een centraal beheer voor de vloot zoowel als voor het leger in Nederland als in Nederlandsch-Indië. Ik kan hem op dien weg niet volgen. Ik kan hem ook niet toezeggen, dat ik het overwegen zal. De luchtmacht moet worden beheerd door hen, die haar moeten gebruiken, d.w.z. het materieel voor de zeemacht moet worden beheerd door de marine autoriteiten, het materieel voor het leger door de legerautoriteiten en het materieel voor het leger1) in Indië door de Indische leger- en vlootautoritei- ten. Men moet ook niet vergeten, dat de eischen zeer sterk uiteenloopen. Wan neer men hier te lande een bommenwerper bouwt, wat vraagt men dan In de eerste plaats groote snelheid. Waarom Omdat ons land zoo weinig diepte heeft. Maar wat vraagt men in Indië In de allereerste plaats groote actieradius, omdat de afstanden daar zoo enorm zijn. Daarom moet men, hoezeer men moet streven naar concentratie, daar ben ik het mee eens, bij die concentratie er toch inderdaad rekening mee houden, dat er groote verschillen zijn en dat reservevoorraden zelfs bij dezelfde types vliegtuigen dubbel aanwezig moeten zijn, nl. hier te lande en in Nederlandsch-Indië. De heer van Poll heeft vanmiddag met belangstelling gevraagd naar de T V en de G I. De G I is het vliegtuig, dat in Parijs is tentoongesteld geworden en waarover men veel goeds hoort, maar het heeft nog niet gevlogen. Dus alvorens men een oordeel daarover uitspreekt, zal er toch eerst een proef in de lucht moeten worden genomen. De T V is besteld, maar het duurt één jaar eer zoo'n vliegtuig klaar en beproefd is en dan mag men blij zijn, wanneer men elke maand er één geleverd krijgt. De x) hier is vermoedelijk weggevallen „en voor de vloot". Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 91