langdurige belegering eischen, terwijl men daarentegen onder bewaking van Düppel en Fredericia Jutland in enkele dagen geheel kon bezetten. Het opgeworpen bezwaar, dat Frankrijk hier in een reden kon zien om aan Pruisen den oorlog te verklaren, weerlegde Von Moltke met de nuchtere opmerking, dat als Keizer NAPOLEON aan Pruisen den oorlog wilde verklaren, hij daar toe voldoende redenen kon vinden in de bezetting van Schleswig terwijl daartegenover, als 's Keizers belang geen directe oorlogs verklaring aan Pruisen zou vergen, hij waarlijk niet ten bate van Jutland tot dien stap zou overgaan. Dit nam niet weg, dat tegen over het buitenland de medewerking van Oostenrijk bij de bezet ting van Jutland zeer gewenscht zou zijn. Het overleg met Oostenrijk over de verdere operatiën vlotte niet erg, en duurde van 15 Februari tot 1 Maartvan Oosten- rijksche zijde bracht men daarbij naar voren, dat het een gewaag de handeling was om Jutland te bezetten met Fredericia en Düppel in de flank, van welke plaatsen uit steeds naar gelieven een aanval kon worden gedaan. Terecht merkte Von Moltke op, dat de Denen in beide plaatsen te zamen hoogstens 27.000 man hadden, terwijl de Verbondenen tegenover Fredericia 31.000 man en tegenover Düppel 29.500 man hadden staan, elke groep dus al veel sterker dan de gansche Deensche armee en hij voegde er fijntjes aan toe, dat als de Denen een uitval zouden beproeven, de dappere Oostenrijksche en Pruisische troepen een even sterken vijand in het vrije veld niet behoefden te vreezen.x) Ten slotte liet Oostenrijk zich overtuigen, zoodat Von Moltke den 4 Maart aan den Minister van Oorlog een instructie voor den bevelhebber, belast met de bezetting van Jutland kon doen toe komen. Den 8 Maart begon de opmarschVon Moltke hoopte nog 96 Mil. Korrespondenz, blz. 89 „Es ist eine echte Generalstabsgelehrsam- „keit. Die provisorische Besetzung von Schleswig wird als Kriegszweck „hingestellt, wahrend diese nur ein Mittel ist, Danemark zur Annahme ge- „wisser, auf die Herzogtümer bezüglicher Bedingungen zu nöthigen, ein „Mittel, welches sich ohnehin leicht als unzulanglich erzeigen kann. „Ein umfangreiches strategisches Raisonnement auf dieser unrichtigen Basis „erbaut, hebt die nie verkannte Thatsache hervor, dasz die Danen, vermöge „ihrer Herrschaft zur See, ihre Streitkrafte in Düppel oder Fredericia ver- „sammeln können, um offensiv gegen uns vorzugehen. „Ich habe darauf erwiedert, dasz die Danische Armee gegenwartig höch- „stens 34.000 Kombattanten zëhlen kann, und dasz sie von dem einen oder „dem anderen Punkt doch höchstens mit 27.000 Mann vorgehen können. „Nun stehen aber im Sundewitt 29.000, in Kolding 31.000 Verbündete, aus- „zerdem haben wir 5.000 Mann in Holstein. Wir haben also vollkommen die „Mittel, von jedem Punkt ein Vorgehen der Danen als willkommen zu „begrüszen und Jütland durch mobile Kolonnen zu okkupiren. Nichts würde „unvortheilhafter als ein vollkommener Stillstand der Operationen sein, „durch welchen wir erklaren, dasz wir am Ende dessen sind, was wir „unternehmen können".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 10