den geringsten drang van vijandelijke zijde, is volkomen onver klaarbaar en een schandvlek op Denemarkens politieke geschie denis. In Londen was inmiddels een conferentie bijeengekomen welke de beëindiging van den oorlog zou bevorderenden 25 April begonnen, ging zij den 25 Juni zonder iets te hebben bereikt weer uiteen. Ten einde thans aan de hoofdzakelijk door Pruisen gevoerde operatiën meer kracht bij te zetten, benoemde Koning WILHELM den 2 Mei Von Moltke tot chef van den Staf in het Hoofdkwartier te velde, ter vervanging van den luitenant generaal Vogel von Falckenstein, terwijl den 18 Mei Prins FRIEDRICH KARL het opperbevel over de verbonden troepen overnam van Von Wrangel. Von Moltke's analyse van den toestand was, dat doelloos afwachten voor de Verbondenen de gevaarlijkste houding was, omdat toch elk oogenblik Europeesche verwikkelingen konden uitbreken daar stelde hij tegenover dat bij een drievoudige over macht aan troepen elke operatie, welke technisch uitvoerbaar was, ook geen enkele kwade kans bood. Op voorstel van de Londensche conferentie was den 12 Mei een wapenstilstand gesloten tot 11 Juni, welke zelfs na verlenging tot 26 Juni niet tot den vrede voerde. Men was het er daarom in het Verbonden Hoofdkwartier over eens, dat zoodra de wapen stilstand zou zijn afgeloopen, aanvallend moest worden opgetre den. En omdat de Oostenrijkers een aanval op Fünen niet wilden, bleven als eenige mogelijkheden over eene landing op Alsen en de verdrijving der Denen uit N. Jutland. Ik herhaal dat eene landing op Fünen zeer goed uitvoerbaar zou zijn geweest en zeker gemakkelijker dan die op Alsen, maar uit het volgende telegram van Koning WILHELM blijkt wel, dat Oostenrijk die beslist verbood In den nacht van 28/29 Juni 1864 te 2.00 had daarop de over tocht over de Alsensont ter hoogte van Satrupholz plaats. Hij werd uitgevoerd door het Ie Armeekorps, dat in 160 geroeide booten op 4 verschillende punten (per boot 2 roeiers en 10 a 12 man) het breede water overstak. De verrassing gelukte vol komen, zoodat den 29 Juni het belangrijkste gedeelte van Alsen was genomenvan de 12.000 man Deensche bezetting werden 2.500 gevangen genomen. Ook de bezetting van Jutlands noord- 99 „Nach der heute mit dem Kaiser von Oesterreich getroffenen „Verabredung können Alsen und der bisher unbesetzte Norden „Jütlands angegriffen werden, die Insel Fünen aber nicht. Letzteres „schlieszt nicht aus, dasz gegen Fünen, um die Danen dort festzuhalten, „derartig demonstrirt werde, dasz die Danen an ernstliche Absicht, „dort überzugehen, glauben. Der Uebergang selbst aber darf, bis „Verstandigung mit Oesterreich darüber erlangt ist, nicht stattfinden."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 13