punt kwam den 11 Juli zonder moeilijkheden tot stand, daar bleek dat de Deensche troepen naar Seeland waren afgevaren. Weder was men dus aan de landing op Fünen toe en het dient erkend te worden, dat niet alleen de Oostenrijksche tegen werking op dit punt de uitvoering weerhield, maar dat men aan Pruisische zijde er tegen op zag om het laatste gedeelte van het Deensche leger te vernietigen, de laatste steun toch voor het Deensche Koningshuis tegen de roode Regeering. Gelukkig is het zoover niet gekomen en heeft de bedreiging met eene landing op Fünen op de Kopenhaagsche politici genoeg indruk gemaakt om hen uit te schakelen. Den 12 Juli kwam de Deensche kolonel Kaufmann als parle mentair in het Verbonden Hoofdkwartier met een brief van generaal Steinmann, die voorloopige opschorting van de vijan delijkheden vroeg en schreef In Kopenhagen dreigde revolutie zoodat de Deensche troepen op Seeland niet konden worden gemist om de onlusten te bedwin gen. Voor de Verbonden legers moest dus gekozen worden tusschen a. van dit gunstige oogenblik gebruik maken en Fünen bezetten; b. óf, zich overtuigen, dat de opschorting der vijandelijkheden niet alleen tijdwinst beoogde ten einde de binnenlandsche crisis te overwinnen, maar wel degelijk een dadelijken en aanvaardbaren vrede ten doel hadvoorbereiding van de landing op Fünen zou een geschikt middel zijn om de Deen sche Regeering tot activiteit aan te sporen. De laatste actie bleek voldoende. In Wien begonnen 26 Juli de vredesonderhandelingen, welke den 1 Augustus tot een voorloo- pigen vrede voerden, welke den 30 October definitief werd vast gesteld. Schleswig, Holstein en Lauenburg hadden hun vrijheid herworven. In een brief aan zijnen adjudant schetste Von Moltke het verloop van den Deenschen oorlog op de volgende objectieve wijze. Bij de beoordeeling van het verloop der gebeurtenissen dient men in het oog te houden, dat de Denen tot in Januari 1864 konden meenen, dat zij met den Duitschen Bond te doen hadden, waardoor een drieste politiek gerechtvaardigd scheen. Zij hadden echter het ongeluk op Pruisen en Oostenrijk te stooten. 100 „Nachdem der König ein neues Ministerium emannt, hat er den „Entschlusz gefaszt, sich unaufhaltsam an die alliirten Machte „Preuszen und Oesterreich zu wenden, um eine Waffenruhe zu Land „und See vorzuschlagen, um in unmittelbare Verhandlungen mit „den genannten Machten zu treten, behufs Wiederherstellung des „Friedens."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 14