Wilde scholen.
Hieronder dienen we feitelijk te verstaan het particulier onder
wijs uitgaande van politiek en politiek-godsdienstige vereeni-
gingen. De bekende woorden „Geef mij het kind en ik heb de
toekomst" worden hier in herinnering gebracht.
Neutraal is dat onderwijs geenszins. Alle vereenigingen hebben
bij het uitstippelen van hun onderwijsprogram de bereiking van
hun politieke en politiek-godsdienstige programmapunten voor
oogen gehad, zij het ook dat zij zich daarbij realiseeren moesten
dat het tempo daardoor vertraagd werd. Aan den anderen kant
wordt er door bereikt, dat de toewijding tot en de eenheid in
de partij er door werd bevorderd. Op den duur zijn alleen deze
factoren in staat innerlijke kracht aan de partijen te geven en
daar gaat het om, indien het tot een krachtmeting met het Gou
vernement mocht komen.
In algemeenen zin staat de Nederlander niet afwijzend tegenover
het particuliere onderwijs. Deze welgezindheid, zoo men die heeft,
zette men evenwel voor den tijd, dat men een verantwoordelijke
bestuurspositie heeft, opzij. Het gaat in de eerste plaats om de
handhaving van orde en rust. Dit geldt niet alleen voor thans
doch ook voor de toekomst. Beide factoren zijn noodig voor een
geleidelijke ontwikkeling met als doel zelfbestuur in den waren
zin des woords.
De schokken, welke de geleidelijke ontwikkeling kunnen ver
storen, gaan uit van de politieke en politiek-godsdienstige par
tijen. Er zijn er die meenen, dat het proces van rijpwording
doorloopen in de verschillende phasen van onderwijs reeds is
voltooid. Wij voor ons achten het onderwijs, dat uitgaat van die
partijen welke op loyalen voet staan met de overheid en zorg
dragen niet met haar in conflict te komen, het belangrijkst bij
de verantwoording van de vraag Wat kunnen wij in de toekomst
verwachten
Oogenschijnlijk dient men het meest beducht te zijn voor na
tionalistisch of revolutionnair onderwijs. Zulks is echter slechts
schijn. Dit onderwijs is nml. anti-gezag getint, waarin ligt opge
sloten, dat daaraan spoedig en afdoend een eind moet worden
gemaakt.
Godsdienst.
Het heeft weinig zin uit te wijden over de godsdiensten, welke
in het onderwerpelijke gebied worden beleden. In elk gebied zal
men wel Mohammedanen, Christenen en Heidenen aantreffen. De
verhouding, waarin deze groepen tot elkaar staan, is in elk gebied
verschillend.
Missie en zending zijn welhaast in elk bestuursressort werk
zaam. Hun werkzaamheid bepaalt er zich voornamelijk toe de
108