gedurende den oorlog zorgvuldig te worden geobserveerd. De maatregelen, welke noodig zijn om eventueele stoornissen in de voedselvoorziening in oorlogstijd op te vangen, zullen in vredestijd nauwkeurig dienen te worden overwogen, waarbij er in de eerste plaats naar dient te worden gestreefd, zoolang mogelijk aan de weermacht de volledige normale voeding te kunnen verstrekken, terwijl de ten aanzien van de bevolking te nemen maatregelen zoo doeltreffend mogelijk moeten zijn, zonder nadeeligen invloed uit te oefenen op haar alg'emeenen gezondheidstoestand. Het vraagstuk van de voedselvoorziening der weermacht in oorlogstijd dient derhalve te worden beschouwd in het kader der algemeene voedselvoorziening en maakt daarom een onderdeel uit der staatsmobilisatie, in verband waarmee de Legercomman dant zijn adviseur voor verplegingsaangelegenheden i.e. den Hoofdintendant zal opdragen dit vraagstuk in zijn völlen omvang in studie te doen nemen en de noodige voorstellen terzake aan hem ter beoordeeling voor te leggen. ad. d. (Personeelsvoorziening) Daar het dienstvak der intendance slechts over een bescheiden personeelsformatie beschikt, zal het in oorlogstijd veel moeite kosten opengevallen plaatsen door daartoe geschikte krachten te blijven bezetten. De Hoofdintendant beschikt over een korps officieren der intendance, het korps intendancewerklieden (kleer- en schoenmakers), de militaire bakkers en het korps magazijn meesters der intendance. Deze korpsen, alle bestaande uit speciaal opgeleide krachten, beschikken slechts over weinige reserves. Voor de aanvulling moet (reeds bij de mobilisatie) worden geput uit 1. voor officierende in Indië aanwezige gepensionneerde offi cieren der intendance, voor zoover zij niet in andere lands betrekkingen onmisbaar zijn (gevangeniswezen), alsmede de beschikbare abituriënten H.K.S. Int. (aantal zeer wissel vallig) 2. voor magazijnmeesters de in Indië aanwezige gepension neerde magazijnmeesters der intendance, voor zoover niet als burgerambtenaar reeds in vredestijd bij het dienstvak werk zaam. 3. voor kleer- en schoenmakers de als leerling, gewezen of dienstdoend kleer- en schoenmaker in het leger aanwezige militairen. 4. voor militaire hakkers de in het leger aanwezige militairen, die een opleiding tot bakker hebben genoten. Het aantal vakkundige werklieden, als bedoeld onder 3 en 4., dat onder de dienstplichtigen wordt aangetroffen, is zoo gering, dat de aanvulling uit deze bron kan worden verwaarloosd. 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 34