6. VORMING VAN BEROEPSOFFICIEREN VOOR HET K. N. I. L. door R. B. VAN DIJKEN, Kapitein van den Generalen Staf. Onder den titel Vorming van beroepsofficieren voor hier te lande en voor Ned.-Indf,ë uitsluitend uit jeugdige reservisten" is bij W. P. van Stoekum en Zoon, den Haag, een brochure ver schenen van de hand van den gepensionneerden Luitenant-Gene raal W. E. van Dam van Isselt. Zooals bekend mag worden verondersteld, werden laatstelijk voorstellen in deze richting gedaan door de commissie Idenburg, waarop in 1934 de commissie Roëll belast werd met een nader onderzoek terzake. In 1935 diende deze commissie haar rapport in, waarbij zij o.m. de conclusie trok, dat de huidige opleiding was te prefereeren en dat het voorgestelde stelsel voor het K.N.I.L. niet is te aanvaarden (W.J., I.K.V. 1935, blz. 31 e.v.). Inmiddels paste de Nederlandsche Regeering, tegen het advies van de com missie Roëll, een tusschenvorm van aanneming toe voor het leger daar te lande, waarbij afkomelingen van de Sn. R.O. worden toegelaten tot het tweede studiejaar aan de K.M.A. In deze brochure levert gnl. v. D. v. I. een vurig pleidooi voor de door de commissie Roëll verworpen opleidingsmethode (vorming één jaar aan de Sn. R. O. gevolgd door twee jaren K. M. A.; recruteering der toekomstige beroepsofficieren uit sluitend uit degenen, die de opleiding aan de Sn. R. O. hebben voltooid), welke in het bijzonder voordeelen zou bieden t.a.v. de selectie der toekomstige beroepsofficieren. Waar een groot deel van het betoog gericht is tegen het in deze aangelegenheid in Indië aangenomen standpunt, waarbij bovendien blijkt, dat schrijver onvoldoende inzicht heeft in de organisatorische kwes ties, waar het voor ons om gaat, meenen wij ditmaal buiten het gewone bestek van een boekbespreking te moeten gaan, om speciaal de zwakke punten van deze brochure t.a.v. de vorming der beroepsofficieren voor ons leger zij het vluchtig te kunnen aantoonen. In het algemeen zou het wellicht mogelijk zijn op de door schrijver voorgestane methode een enkel „zwart schaap", dat er 128

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 48