Opvallend was het dat de liberale Regeering in Kopenhagen
wel provoceerend en driest naar buiten optrad, zich veilig
wanende in haar eiland-residentie en steunende op haar in de
Oostzee overmachtige oorlogsvloot, doch verzuimd had om het
leger, dat toch de gevolgen van die provocatie op Denemarkens
vasteland te dragen zou krijgen, voldoend te verzorgen. En, zooals
ook typisch is voor een democratisch-liberale staatsleiding, miste
de Deensche Regeering de noodige ruggegraat om tot het einde
vol te houden, toen haar eilanden feitelijk werden bedreigd, en
klapte zij als een aangeprikte ballon tot een vod ineen.
In den zomer van 1863 werd tot een Bondsexecutie besloten
en kon Von Moltke zijn plannen voor de uitvoering iets vaster
vormen geven. Als krijgskundige opdracht had hij bij den Gnl.
Staf de spoorwegconcentratie van het Pruisische leger bij Ham
burg laten bewerken, overtuigd als hij was, dat de Bondsexecutie
slechts succes kon hebben, als deze alleen door Pruisische troepen
werd uitgevoerd. Snelheid van handeling en doeltreffende leiding
waren dan verzekerd, terwijl werd voorkomen dat door onderlin-
gen naijver de operatiën zouden worden geremd. Hij heeft zijn
zin niet gekregen maar wel is zijn oordeel juist gebleken.
Omtrent het Deensche leger was hij natuurlijk goed ingelicht
aan infanterie waren hoogstens 37.000 man beschikbaar, aan cava
lerie 3.000 sabels, voorts 96 veldvuurmonden en 4 cien. pioniers.
Welk gedeelte van deze troepen op de eilanden zou worden achter
gehouden was natuurlijk niet bekenddoch hield men rekening
met de bezetting van de vastelandsbruggehoofden bij Düppel en
Fredericia, en met het feit dat de Deensche militie uit de Duitsche
hertogdommen in dit conflict moeilijk als een betrouwbaar con
tingent kon worden beschouwd, dan kon men s vijands leger,
dat men tegenover zich hoopte te vinden, nauwelijks sterker dan
40.000 man schatten.
Ter verdediging van het land hadden de Denen ongeveer op de
grens tusschen Schleswig en Holstein, waar Denemarken op zijn
smalst was, een defensielinie gebouwd, welker hoofdverdienste
was dat de beide vleugels aan de zee waren aangeleund, doch die
overigens aan de verdedigers slechts nadeelen bood. Zij strekte
zich over een lengte van niet minder dan 84 km uit van net
versterkte Friedrichstadt aan de Noordzeekust langs de inunda-
tiën van de Treen en de Rheider Au tot Hollingstedtvandaar
volgde een 8 km breede droge strook tot aan de stad Schleswig,
afgesloten door de 18 schansen van de Dannewerke, aan welke
de gansche stelling haren naam ontleende en ten slotte de zee
arm van de Schlei tot aan de OostzeekustDe geheele stelling
90
1) Op de Bos-atlas, kaart Denemarken, is de stelling te zoeken van de
Eidermonding aan de Noordzeekust, langs het riviertje (de Treen). dan de
droge strook tot Sleeswijk, en ten slotte de Schlei.