pelijk niet te verantwoorden, bijzonderen druk op deze categorie zou leggen. De bezwaren werden juist ook door betrokkenen zelve ondervon den, hetgeen mede een van de redenen is geweest voor de oprich ting van de „Vereeniging van reserve-officieren van het K.N.I.L.". De aanpassing aan land, volk en taal, v.z.v. die kennis niet reeds is verkregen bij de opleiding voor de burgerbetrekking, waarvoor zij werden uitgezonden, geschiedt in hoofdzaak in de burger maatschappij. V.w.b. de specifiek militaire opleiding zijn thans voor het eerst voldoende gelden op de begrooting gebracht om daartoe de herhalingsoefeningen uit te buiten. Buiten dienst ver richt ook de vereeniging vorengenoemd voor die vorming het mogelijke in samenwerking met verscheidene beroepsofficieren, terwijl alle reserve-officieren het „Tijdschrift voor reserve-offi cieren van het K.N.I.L." (uitgave van het D.v.O.) krijgen toege zonden. Op deze wijze denkt men de inderdaad bestaande bezwa ren zoo goed mogelijk te ondervangen. Met het voorgaande hopen wij schrijver overtuigd te hebben, dat hij zich t.o.v. het K.N.I.L. te zeer op onbekend terrein heeft gewaagd, en dat de gedachte, welke tusschen de regels van de brochure valt te lezen, als zouden Legerleiding en officierskorps van het K.N.I.L. een standpunt tegenover de door schrijver voor gestane opleidings- en selectie-methode innemen, dat in hoofdzaak zou bepaald worden door een soort sentimenteele „hobby" voor de bestaande methode, niet gerechtvaardigd is. Overigens geeft de brochure enkele zeer juiste beginselen aan betreffende de opleiding in het algemeen de nieuwe leerstof, welke noodzakelijk is, dient indien althans verlenging van de opleiding niet mogelijk is om overlading te voorkomen in het leerplan te worden ondergebracht door besnoeiing op alles wat niet strikt noodig is. Gelet op het Nederlandsche onderwijssysteem in het algemeen en de verhouding van den beroepsofficier tot reserve-officier en militie meenen wij evenwel te moeten betwij felen, of een geheel op Engelsche leest geschoeide opleiding wel de meest doelmatige oplossing zou geven. Zooals uit het voorgaande kan zijn gebleken, zien wij een belangrijk element in het perfectionneeren van de tegenwoordige selectie- en opleidings-methode door le. afnemen van het rangschikkingsonderzoek in een zomer kamp, waarbij op het in Nederland in te stellen onderzoek voor candidaten voor het K.N.I.L. een overwegenden invloed ware toe te kennen aan officieren van dat leger 2e. het Nederlandsche deel van de opleiding van de cadetten voor het K.N.I.L. terug te dringen tot enkele wekendaarna 134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 54