Bij dit laatste artikel dient echter te worden opgemerkt, dat het gestelde in lid (1) sub b beschouwd dient te worden als be trekking hebbend op de technische verdediging en niet op de administratieve maatregelen betreffende de verdediging (waar onder te rekenen de regeling van den „staat van oorlog en beleg"), zoodat de onderwerpelijke regeling bij ordonnantie zou dienen te geschieden. De ruime bevoegdheid van den Gouverneur-Generaal krach tens het oude R. R. (art. 43) is dus door de bepalingen van de thans vigeerende I. R. in het bijzonder door art. 33 lid (2) in belangrijke mate ingeperkt. Niettemin is een zoodanige ordon nantie nog steeds niet tot stand gekomen, weshalve zoolang deze nog niet bestaat op grond van art. 1 der overgangsbe palingen van de I. R. de bestaande „S. v. O." nog steeds als van kracht dient te worden beschouwd. Op grond van den aanhef van lid (1) van art. 33 I. R. mag echter worden aangenomen, dat de G.-G. de in de bestaande „S. v. O." voorkomende maatrege len riiet alleen mag toepassen nadat de oorlog is verklaard of de opstand is uitgebroken,1maar reeds eerder nml. zoodra de uit- of inwendige veiligheid zulks naar de meening van den G.-G. noodig maakt. 2) Gevolgen van de afkondiging van den staat van oorlog Het in normale tijden geldende beginsel, dat het burgerlijk gezag het hoogste is, wordt in beperkte mate opzij gezet. Aan het z.g. „militair gezag" waarmede bedoeld wordt een aantal met name genoemde militaire functionarissen 3) 4) worden eenige bevoegdheden s) toegekend 138 lid, onder a en d160, eerste lid, en 162, tweede lid, van deze wet, of bij eenige andere wet, wordt bij algemeenen maatregel van bestuur geregeld al hetgeen betreft a. de met vreemde mogendheden gesloten verdragen en andere overeenkomsten en de uit het volkenrecht voortvloeiende rechten en verplichtingen in het algemeen b. de verdediging van het grondgebied van Nederlandsch-Indië. (2). Voorschriften ter uitvoering dezer regelingen kunnen bij wet of algemeenen maatregel van bestuur worden overgelaten aan ordonnantie of regeeringsverordening. Zooals art. 43 lid 1 en 2 van het vervallen Regeeringsreglement aangeeft. 2) De gevallen, waarin de G.-G. tot afkondiging kan overgaan worden echter in de toekomst nader gepreciseerd (zie slot van lid 1 art. 33 I.R.). 3) Op grond hiervan zouden wij den door Prof. Dr. I. A. Nederburgh voorgestelden naam „militair bewind" juister, althans duidelijker achten. 4) Hoewel niet met name genoemd dient hieronder mede te worden begrepen de G.-G., de verpersoonlijking van het hoogste burgerlijk èn militair gezag. De Legercommandant als zoodanig behoort niet tot het „militair gezag", bedoeld in de „S.v.O.". 5) Delegatie van de bevoegdheden is niet toegestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 58