Alle burgerlijke landsdienaren zijn verplicht naar vermogen
aan de militaire autoriteiten de van hen verlangde inlich
tingen te verschaffen een weinig ver strekkende maatregel
dus. Opzettelijke weigering wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste vier jaren.
Het z.g'. „militair gezag" mag na overleg met het betrokken
burgerlijk gezag zoo noodig nieuwe reglementen en keuren
van politie vaststellen en bestaande wijzigen of schorsen.
Hieruit volgt, dat de betrokken militaire bewindsman om
dezen term m.h.o. op de duidelijkheid even te gebruiken, zie
noot 3) blz. 138 eerst goed moet nagaan, welke over
heidsinstantie in normalen tijd het betrokken reglement of
de betrokken keur zou moeten vaststellen om vervolgens met
die instantie (en niet met een willekeurig gemakkelijk bereik
baren bestuursambtenaar) in overleg te treden. Zou hieraan
niet worden voldaan, dan zou toch de door het militair gezag
afgekondigde regeling de vereischte wettigheid missen en dus
van geen waarde zijn. Men bedenke nog, dat overleg wel
verplicht is, doch dat overeenstemming niet wordt vereischt
(het militair gezag beslist), terwijl voorts delegatie niet
geoorloofd is.
De aldus door den militairen bewindsman genomen beslui
ten of beschikkingen zijn onmiddellijk van kracht nadat zij
zijn afgekondigd op de wijze als door het „militair gezag"
wordt bepaald de mil. bewindsman dient van e.e.a. z.s.m.
mededeeling te doen aan den hiërarchieken chef van de
burgerlijke instantie, die normaal met de vaststelling van
e.e.a. belast zou zijn geweest (waarmede hij dus overleg heeft
gepleegd), tenzij laatstbedoelde het hoofd van gewestelijk
bestuur is.
De burgerlijke instanties blijven dus ten deze hun normale
taak verrichten, hetgeen ook logisch is, aangezien de militaire
bewindsman uit hoofde van zijn functie als troepencomman
dant reeds zoodanig met werk overladen is, dat hij niet
onnoodig met civiele aangelegenheden dient te worden belast.
Het militair gezag grijpt dan ook alléén in, waar het zulks
bepaaldelijk noodig acht.
Overtredingen van deze door het mil. gezag uitgevaardigde
en afgekondigde reglementen en keuren van politie worden
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes weken of geldboete
van ten hoogste honderd gulden.
De niet tot het leger behoorende „gewapende korpsen"
v.z.v. binnen het in staat van oorlog verklaarde gebied
worden mobiel verklaard en komen onder rechtstreeksch
bevel van het „militair gezag", dat gehouden is de reglemen
ten dier korpsen in acht te nemen. Op deze korpsen zijn
139