te verbieden. Het betreffende besluit wordt bekend gemaakt
op de wijze, door het mil. gezag te bepalen. Overtreding wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete
van ten hoogste duizend gulden (vergelijk „gevolgen van de
afkondiging van den staat van oorlog" sub i).
m. Het mil. gezag krijgt de beschikking over de inrichtingen der
posterij, telegraphie en telefonie en is bevoegd de bepalingen
omtrent den post-, telegraaf- en telefoondienst zoodanig te
wijzigen, als in het mil, belang noodig wordt geacht. Het mil.
gezag is mede bevoegd in beslag te nemen en te openen elk
stuk, aan de post of andere instelling van vervoer, dan wel
aan den telegraaf- of den telefoondienst toevertrouwd en
daarvan inzage te nemen. J)
n. Het mil gezag is bevoegd, desvereischt, elke plaats, zelfs
tegen den wil van den rechthebbende, te betreden of van
zijnentwege, op vertoon van een schriftelijken, daartoe strek-
kenden algemeenen of bijzonderen last, te doen betreden en
aldaar nasporing of huiszoeking te doen of te laten doen.
Nasporing in een woning en huiszoeking geschiedt zoo spoe
dig mogelijk en alleen door een officier, die zich zoo noodig
door militairen van lageren rang doet vergezellen. Degeen,
die met de uitvoering is belast, maakt van e.e.a. proces verbaal
op en levert dit in bij het mil. gezag. (Vergelijk „gevolgen
van de afkondiging van den staat van oorlog" sub d en h)
o. In het in staat van beleg verklaarde gebied bestaan een of
meer temporaire krijgsraden, tenzij de rechtspraak over de
bezettingstroepen aldaar kan worden opgedragen aan de
krijgsraden te velde, die benoemd zijn bij de troepen te velde,
optredende in dit gebied. (Op die temporaire krijgsraden zijn
van toepassing de bepalingen van den 4en titel van de R.L.
als aangegeven bij de gevolgen van den staat van oorlog
onder j.). Aan bedoelde krijgsraden zijn mede onderworpen de
niet-militairen, die zich schuldig maken aan feiten, strafbaar
krachtens het mil. strafrecht. Overigens geldt t.a.v. het recht
van beroep, revisie en cassatie in burgerlijke strafzaken, t.a.v.
ontstentenis van den burgerlijken strafrechter en t.a.v. de ten
uitvoerlegging van straffen, hetgeen bij de gevolgen van den
staat van oorlog onder k (laatste alinea) en l aangegeven.
146
De overheid is krachtens de z.g. dienstentoezichtordonnantie (Stbl. 1935
nr. 121) bevoegd ter verzekering van de openbare rust en orde in dringende
gevallen een bijzonder toezicht uit te oefenen op het gebruik van vervoer-,
post-, telegraaf- en telefoondiensten. Dit toezicht wordt uitgeoefend door
den Procureur-Generaal dan wel een anderen door den Gouverneur-Generaal
aangewezen autoriteit. Briefgeheim kan hierbij echter slechts worden
geschonden na machtiging des rechters. Voor de uitoefening van dit toezicht
is afkondiging van den staat van oorlog (beleg) geenszins vereischt