158 punten, teneinde zijn reserves uit te putten, daarna kon eerst een laatste offensief beslissend zijn. Het gebruik van de reserves door Foch gedurende April 1918, tijdens de aanhoudende D. aanvallen in Vlaanderen is karakte ristiek voor de plaats gehad hebbende ontwikkeling der beginselen over het gebruik der groote reserves tegen het einde van den oorlog. Foch is er steeds in geslaagd door het spel met zijn reserves de D. offensieven te beperken tot tactische successen, ten tijde, dat de D. nog over meer middelen beschikten dan de geallieerden (Mrt., April 1918). S. trekt dan de conclusie, dat de opperste legerleiding moet kunnen beschikken over een reserve, welke een belangrijk deel uitmaakt van de troepen en het materieel. Ook hierin wordt aangetoond, dat de leer der oorlogvoering beginselen heeft, welke voor alle tijden gelden. De meeste groote slagen, door veldheeren geleid, werden gewonnen door een meesterzet uitgevoerd met de reserves. De vergemakkelijking van het vervoer vergroot den actieradius van de groote reserves. Zij vermeerdert echter ook de moeilijkheden van hun goed gebruik. De technische vooruitgang van de laatste twintig jaren, welke bestaande wapenen heeft geperfectionneerd en nieuwe wapenen deed ontstaan, welke ook van reserves deel uitmaken, eischt van de bevelvoering veel behoedzaamheid voor hun juisten inzet. La Revue d' Infanterie. Oct. 1936. „Objectifs „vivants" pour exercices avec tir réel", door Luit. Kol. Païllé. S. geeft in dit artikel een methode aan, om de inf. gevechtsschietoefeningen beter op de werkelijkheid te doen gelijken. De schijven, welke de doelen moeten voorstellen, moeten worden geplaatst, zooals de menschen en wapenen zich in werkelijkheid in het terrein zouden opstellen. Als voorbeeld wordt een mitr. opstelling genomen, voorgesteld door drie aan elkaar ver bonden schijven. TT Bij een of twee dergelijke schijvengroepen wordt een man kader en een km. schutter in een schuilplaats onder het doel geplaatst, welke met den leider van de oefening door een telefoon of ander verbindingsmiddel verbonden moet zijn om de bevelen „vuren" en „ophouden met vuren" te kunnen ontvangen. Een goed opgesteld doel kan alleen ontdekt worden nadat het co. „vuren" door den doelcdt. is ontvangen, alsdan worden de schijven in de verticale positie gebracht en geeft de km. met losse schoten één of meer vuurstooten af. Het vuur eindigt eerst nadat den doelcdt. is gebleken, dat het vuur van de oefenende af deeling in of nabij de schijvengroep valt naar gelang van de dichtheid en juistheid van dat vuur zal de schijvengroep langer wegge doken blijven, in dien tusschentijd heeft de oefenende afdeeling gelegenheid tot voorwaarts gaan. Wordt het vuur van de km., welke geplaatst is bij het doel, afgegeven dan kan de leider z.n. verliezen opleggen. Om de bewegelijke schijvengroepen kunnen natuurlijk tal van andere vaststaande schijven gegroepeerd worden. Behalve de oefening in het schieten komt deze methode ook aan de oefening en de controle van de gedragingen onder vij. vuur ten goede. Ons lijkt deze methode de moeite van het probeeren alleszins waard.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 80