159 In de rubriek „Chronique des Revues Militaires Etrangères" troffen wij onder „Le Mortier-main" de volgende gegevens aan van 47 mm mortier Brandt. Worpafstand 1000 m, werkingsstraal van het projectiel 5 m. De eigenlijke mortier weegt slechts 20 (Eng.) ponden, met 12 granaten door 1 man te dragen, 4 anderen dragen de grondplaat en 84 granaten. Men vermeent met dit wapen een goeden vervanger gevonden te hebben voor den nergens voldaan hebbenden geweer-granaatwerper. De „Infantry Journal" bespreekt dit wapen onder den titel„speelgoed en vuurwapen"! ,$lilitar Wochenblatt" nr. 19 (18 Nov. 1936). „Sicherung des Ausweichens im hinhaltenden Widerstand". De beveiliging van het terugtrekken van troepen, die een vertragende actie voeren, geschiedt door het achterlaten van een scherm, indien de beweging bij duisternis kan worden uitgevoerd, of indien het scherm in staat is den oprukkenden vijand tot het invallen van de duisternis uit de door het gros verlaten weerstandslinie te houden zonder zich daarbij in een ernstig gevecht te wikkelen. Moeilijker wordt het, indien de vijand zijn aanval reeds heeft ingezet en op sommige punten reeds is binnenge drongen. De troepen, die hem het verder doordringen beletten, zullen zich niet mogen losmaken totdat de troepen van de stellinggedeelten, waar de vijand nog niet is binnengedrongen, zich onder achterlating van een scherm, onder begunstiging van de duisternis, hebben kunnen terugtrekken. De beveiliging van het scherm is dan echter niet voldoende, want zij kunnen slechts het tijdstip van terugtrekken versluieren, een nadringen kunnen zij niet beletten, doch slechts in beperkte mate vertragen. Het scherm mag, aldus S., nimmer een groot deel van de troepen vorderen, op een 3 km breed front van een bat. zal het in den regel niet meer dan 1 a 2 sien. sterk mogen zijn. Een betere beveiliging is te verkrijgen door een opname stelling. Hoe langer tegenstand moet worden geboden, des te noodzakelijker zijn opnametroepen. Hieronder moet niet verstaan worden een afdeeling, welke de volgende weerstandslinie reeds heeft bezet, maar troepen, die zich in het terrein tusschen den eersten en tweeden weerstand inrichten om het terugtrekken te beveiligen. Een opnamestelling is noodzakelijk, indien de troep opdracht heeft eerst op een tevoren bepaald tijdstip terug te trekken, hoe bezwaarlijk het afzonderen van troepen daarvoor ook moge zijn. De taak is, een nadringenden vijand zoolang op te houden, tot de terugtrekkende troepen in de tweede stelling tot afweer gereed zijn, of wel tot een tweede opnamestelling is ingenomen. (Dit laatste is dus regel, want de sprong achterwaarts van het gros moet in het algemeen zoo ver zijn, dat de vij.art. niet uit dezelfde stelling den vij. aanvaller kan steunen). S. geeft dan de volgende regels 1. De opname moet niet ver achter de eerste stelling worden gekozen, teneinde den tegenstander z.s.m. na het overschrijden van de voorste lijn, onder vuur te kunnen nemen. 2. Gestreefd moet worden naar verrassend optreden van de opname troepen. 3. Bij de inrichting van de eerste stelling reeds van stonde aan te rekenen op een beperkt deel der zware inf. wapens (en c.q. der artillerie) voor de opnamestelling. 4. Nooit zal meer dan van de beschikbare krachten voor de opname mogen worden uitgetrokken, men bedenke dat de opnametroepen hun actie slechts een zeer beperkten tijd behoeven te voeren. S. besluit met te wijzen op nog twee punten, nl. dat een eenhoofdige aanvoering van een gebeurlijk achtergelaten scherm z.i. (ook o.i.) onmo gelijk is, en dat bijzondere aandacht moet worden gewijd aan het zich beveiligen tegen vewn. Tk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 81