163 Sturzkampfflieger und Flakartillerie (Luftwehr, Oct.) is een vertaling van een in het Tsj. SI. tijdschrift Lecteké Rohledy verschenen artikel. De oude wijze van bommenwerpen verschafte de Id.art. haar grondslagen voor de vuurleiding (constante hoogte, snelheid en richting), welke zoodanig is vervolmaakt, dat de bommenwerpers worden gedwongen, zich aan het vuur te onttrekken door hooger dan wel met onregelmatigen koers te vliegen. In beide gevallen nemen de resultaten van het bommenwerpen af, zoodat werd gezocht naar een andere oplossing. Deze is gevonden in het afwerpen van bommen in duikvlucht: het vlg. onttrekt zioh aan het vij. vuur door te naderen op zeer groote hoogte of gedekt door bewolking, onder een hoek van 70 a 80° op het doel te duiken waarbij de snelheid toeneemt tot meer dan 500 km/u. (140 m/sec.) op 600 m hoogte de bom los te laten en, na snel optrekken, een goed heenkomen te zoeken. S. meent, dat tegen het naderen op groote hoogte of achter wolken nog wel iets valt te doen opvoering van de vert. dracht van het geschut en gebruik van zeer gevoelige luisterapparaten. Rechtstreeksche bestrijding tijdens de volgende phasen heeft ook in de toekomst weinig kans op succes de practijk stelt grenzen aan het opvoeren van de V0 van het geschut, de vuurleidingstoestellen zullen de snel toenemende hooge, vliegsnelheden, de zich snel wijzigende hoogte en niet te voorziene richting niet tijdig kunnen verwerken terwijl ook de snelheid van bediening van het geschut een grens heeft. Wel zal men nog tot indirecte bestrijding kunnen overgaan, nl. door het leggen van spervuur doch daarvoor dient men eerst te weten, wat het doel vormt van den aanval terwijl de ruimte waarin men vuur moet afgeven, vrij groot is (omgekeerde, afgeknotte kegel, tophoek 140-160°, beginnend 600 m boven den grond de bovengrens wordt beïnvloed door de weers omstandigheden) S. komt tot de conclusie, dat het huidige Id.geschut alleen geschikt is om de vlgn. te bevuren vóór het inzetten van den eigenlijken duikaanval, d.i. dus tevens vóórdat zij kans hebben gekregen, het doel schade te berok kenen. De toekomst in de bestrijding van duikaanvallen behoort waar schijnlijk aan het direct richtende geschut van klein kaliber en aan de zw. mitrn.: zij hebben een grootere vuursnelheid en zijn gemakkelijker te han- teeren terwijl de mu. relatief goedkooper is. Aan de hand van enkele gegevens toont S. echter aan, dat de tot nu toe met deze wapens behaalde successen verre van bemoedigend zijn. In aansluiting op het vorenstaande wordt de aandacht gevestigd op een in de rubriek Artillerie des Auslandes (A.R., Oct.-nr.) vermeld, door een Japanner uitgevonden, vuurleidingstoestel dat thans in Eng. in beproeving is en waarmede snel vliegende en vernevelde dln. kunnen worden gevolgd. Met aan dit toestel gekoppelde en daardoor aut. gerichte mitrn. zouden tot op 700 m 100 daarboven 60 treffers zijn verkregen. In M.W. nr. 20 behandelt kol. NagelDie Flak-Scheinioerfer in der französischen Vorschrift La Defense contre Aéronefs. Daar bedoeld voor schrift dateert van 1925, dienen de door S. zonder eenig commentaar weergegeven aanwijzingen op verschillende punten als verouderd te worden beschouwd. Sch. Luchtbescherming. In „Luchtgevaar" van October 1936 geeft J. H. van Riesen eenige cijfers ter overdenking. In Oostenrijk hebben tot Maart 1936 niet minder dan 130.000 personen de cursussen van den „Luftschutzbund" gevolgd. Bij een groote oefening te Weenen in 1935 konden 2100 vrijwilligers als hulpkrachten worden ingedeeld. Ook werden in 1935 76 wervingsbijeenkomsten gehouden, waaraan telkens 900 vrijwilligers deelnamen, die in totaal 1.000.000 vlugschriften voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 85