168 kan uitgaan aangezien deze, wanneer hij bijv. beschenen wordt door zoek lichten, zich bedreigd zal voelen en door deze lichten zal worden verblind. Tenslotte noemt Colonel Desmet nog het „Système du plancher lumineux", hetwelk den laatsten tijd in Frankrijk wordt gepropageerd. Aangezien een jachtzöne de opstelling van een groot aantal zoeklichten met het noodige personeel eischt, neemt men in Frankrijk proeven met het verlichten van een groot terreinoppervlak met electrische lampen die hun licht horizontaal uitzenden. Tegen deze verlichte oppervlakte zullen vijandelijke vliegtuigen, die zich daarboven bevinden zich voor hooger vliegende jagers als donkere silhouetten afteekenen. Volgens S. zal deze methode wel duur doch permanent kunnen zijn, terwijl er verder maar weinig personeel voor noodig is. Boven dien zullen dergelijke verlichte oppervlakten den vijand aantrekkenhij zal echter geen details kunnen waarnemen daar hij door de verlichting zal worden verblind. Luchtvaartnieuws. J.R.U.S.I. Augustus 1936. „The Development of civil aviation", door Lt. Col. Sir Francis Shel- merdine, Director of Civil Aviation. S. geeft in dit artikel een overzicht van de zgn. sportvliegerij en de burgerluchtvaart in Engeland gedurende de laatste jaren. Voor wat het sportvliegen betreft worden de volgende getallen genoemd. In 1932 waren 2397 personen in het bezit van en sportbrevet in 1935 was dat aantal aangegroeid tot 3353 terwijl in dezelfde periode het aantal door het Rijk gesubsidieerde vliegclubs was toegenomen van 15 tot 41 (eind 1936 waren er reeds 49). Teneinde het zweefvliegen te bevorderen werd bovendien in 1934 besloten eveneens hiervoor financiëelen steun te verleenen tot een bedrag van 5000. per jaar. Dit bedrag is in de eerste plaats bestemd om clubs, welke hun levensvatbaarheid reeds hebben bewezen, in de gelegenheid te stellen het noodige materieel aan te schaffen. Verder ligt het in de bedoeling om in de toekomst een centrale school op te richten voor opleiding tot zweefvlieger. Aan deze school zullen dan cok faciliteiten worden verleend voor het doen van onderzoekingen e.d. In hetzelfde tijdschrift worden onder „Air Notes" eenige gegevens gepu bliceerd betreffende de veranderingen, welke in de organisatie van de R(oyal) A(ir) F(orce) zijn aangebracht als gevolg van de geweldige uit breiding, welke het luchtwapen ondergaat. Aangezien in oorlogstijd het strijdend gedeelte gescheiden moet zijn van de opleiding, wctrdt deze scheiding in Engeland thans reeds in vredestijd zooveel mogelijk doorgevoerd. De nieuwe organisatie omvat als gevolg van het bovenstaande thans drie „operational commands" en 1 „training command" a. het bombirdements-commando, alle bombardementsgroepen omvattende; het jacht-commando, waarin alle j ach taf deelingen zijn ondergebracht en tevens de afdn. welke zijn bestemd voor samenwerking met de grondtroepen en het zgn. „Observer corps" het kust-commando, waartoe alle vliegbooten en marineverkennings- afdeelingen behooren. Tevens is dit commando verantwoordelijk voor de oefening van de onderdeelen van de Fleet Air Arm. b. het opleidings-commando, hetwelk op een paar uitzonderingen na alle opleidingsscholen in het moederland omvat. De luchtverdediging was tot voor kort in handen van het „Air Defence of Gr. Britain command" en van het „Coastal command". Eerstgenoemd commando zal nu verdwijnen in zijn tegenwoordigen vorm terwijl laatst genoemd commando wordt gereorganiseerd, waarna de luchtverdediging zal worden gevoerd door de onder a hiervoren genoemde commando's, waarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 90