172 11. UIT DEN VOLKSRAAD. Bij geleidebrief van den 25en Januari 1937 werd den Volksraad ter over weging aangeboden de ontwerp 3e aanvullende begrooting 1937 (Afdeeling VIII), ten bedrage van ruim acht millioen gulden. In dit ontwerp treffen wij o.m. het volgende aan Zooals reeds in de memorie van toelichting behoorende bij de derde aanvullende begrooting voor het dienstjaar 1936 werd medegedeeld, maken de in die aanvullende begrooting begrepen materieele aanschaffingen voor 1937 verschillende voorzieningen van personeelen en materieelen aard noodzakelijk. Als vervolg op deze maatregelen, worden in 1937 tot verdere versterking van het leger de volgende voorzieningen noodig geacht le. voortzetting van de uitbreiding van de afweermiddelen op den grond tegen luchtstrijdkrachten (ruim 2,6 mm.) 2e. voortzetting van de uitbreiding van de uitrusting van het leger met automatische wapens (rond 0,6 mm.) 3e. voortzetting van de vermeerdering van de oorlogsvoorraden, voorna melijk munitie, munitiebestanddeelen en springstoffen (rond 0,6 mm.) 4e. het afzonderlijk in de formatie opnemen van de militairen, die in oplei ding zijn voor bijzondere functiën en voor kaderbetrekkingen en die tot dusver aan de sterkte van den troep werden onttrokken 5e. het treffen van voorzieningen in bestaande leemten op personeels- en materieel gebied. De opgebrachte credieten kunnen, gelet op den samenhang met die, welke bij de 3e aanvullende begrooting 1936 zijn toegestaan, als een tweede termijn worden beschouwd. De uitvoering van de onderwerpelijke maatregelen heeft tot gevolg, dat op de hoofdbegrooting 1938, als derde termijn, credieten zullen worden gebracht, welke zullen omvatten le. een bedrag van ongeveer 4.450.000 bestemd voor verdere aanschaffing van luchtdoelgeschut met toebehooren en van eenig geschutmaterieel. Dit materieel zal gelijktijdig met dat, waarvoor thans credieten worden aangevraagd, moeten worden besteld, doch over de daarvoor benoodigde sommen behoeft in verband met het tijdstip van aflevering eerst in 1938 te worden beschikt. In het leveringscontract zal een aanteekening worden gesteld, waaruit blijkt, dat de voor de aanschaffing van dat materieel benoodigde gelden nog de nadere sanctie van den begrootingswetgever behoeven intusschen zal de Regeering van de gedachte uitgaan, dat de Volksraad zich met de volledige bestelling vereenigt wanneer de onder werpelijke post wordt goedgekeurd 2e. een bedrag van naar schatting ruim 1.525.000 aan materieele aanschaf fingen (voor opstelling van de luchtafweermiddelen, kampementsbouw en uitrusting van het personeel) en van 750.000 aan personeele uitga ven, welke verband houden met de in deze aanvullende begrooting begrepen aanschaffingen. N.B. In de aangevraagde credieten is mede begrepen een bedrag groot 1.323.000.voor geniewerken (waarvan 52.000 voor onderhoud en herstellingen)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 94