173
12. VAN HET WERELDTOONEEL.
Hoewel de diplomaten van de aan de non-interventie conferentie deelne
mende landen meer en meer tot het besef geraken, dat de in Spanje gevoerde
strijd tusschen twee wereldbeschouwingen ter vermijding van internationale
wrijvingen moet worden teruggebracht tot het oorspronkelijke nationale
conflict, zijn zij er ook in de afgeloopen maand niet in geslaagd eenig tastbaar
resultaat te bereiken. Opvallend is het optreden van de Am. regeering, welke
het bereiken van Sp. door Am. vrijwilligers metterdaad verhinderde. Deze
handeling moet worden gezien als een uiting van het streven naar volstrekte
onzijdigheid. In dit opzicht schijnt men in Am. zeer ver te willen gaan door
o.m. te verbieden, dat Am. burgers in tijd van oorlog reizen op schepen,
welke onder de vlag van een oorlogvoerende varen. Hierdoor zouden dan
conflicten worden voorkomen, indien de andere strijdende partij het contra
bande-, buit- of blokkaderecht uitoefent. Daar Eng. deze rechten erkent en
Am. tot nu toe het beginsel van de vrije zee huldigde, is dit verschil in
opvatting vaak aanleiding geweest tot diepgaande meeningsverschillen en
tot groote tegenstrijdigheid tusschen de door deze beide Rijken op de
vlootconferenties te Washington (1922) en Londen (1930) gestelde eischen.
Intusschen zijn de aldaar bereikte resultaten op 1 Januari j.l. op losse
schroeven komen te staan daar Japan zich teruggetrokken heeft van de in
1936 te Londen gehouden conferentie, welke o.m. verlenging van de bestaande
verdragen beoogde een vlootbewapeningswedloop in den Pacific met
terugslag op andere deelen van de wereld en de aanleg van versterkingen
in die gebieden van den Stillen Oceaan, waar zulks tot nu toe was verboden,
zijn derhalve te verwachten.
Begin Januari kwam het Eng.-It. Gentlemens Agreement tot stand de
voornaamste bepaling handhaving van den status quo in de Middellandsche
Zee gaf al spoedig aanleidingen tot gissingen omtrent It.'s toekomstige
houding tegenover Spanje. Mussolini's uitlating, dat It. geen Sp. Sovjet Rep.
kan dulden, laat dienaangaande weinig ruimte voor twijfel over.
De Volkenbond boekte het succes, dat overeenstemming werd bereikt in
de Danziger kwestie en ook het geschil omtrent Alexandrette tot oplossing
kwam. Na de herziening van het Dardanellenstatuut beteekent dit voor
Turkije de tweede succesvolle stap op den weg naar herziening der vredes
verdragen. De derde wensch heeft betrekking op het villajet Mosoel en
leidde reeds tot groote verkoeling van de betrekkingen met Irak. De waarde
van genoemd gebied is gelegen in de groote olievoorraden, welke aldaar
evenals in het overige stroomgebied van de Tigris, worden aangetroffen.
Exploitant in de omgeving van Mosoel is een geleidelijk in It. handen
geraakte maatschappij, welke een pijplijn naar Alexandrette aanlegt. Nabij
Kirkuk treedt een Fr.-Eng. concern op, dat haar product door een over
Irakeesch en Syrisch gebied naar Tripoli en een door Irak, Transjordanië
en Palestina naar Haifa gelegde leiding afvoert. Neemt men voorts in aan
merking, dat de totale olieproductie van de genoemde terreinen grooter is
dan die van geheel Ned.-Indië, dan zal het duidelijk zijn, dat in het Nabije
Oosten ook in figuurlijken zin veel brandstof ligt opgehoopt.
De Arabische bevolking van Syrië gaf door het plegen van relletjes haar
ontstemming te kennen over de tot stand gekomen regeling betreffende
Alexandrette terwijl haar rasgenooten in Palestina kort na het vertrek van
de Eng. commissie, belast met het onderzoek naar den toestand in het
mandaatgebied, wederom openlijk in verzet kwamen. De kort hierna door
de Fr. regeering gedane mededeeling, dat zij de mogelijkheid van vestiging
der Joodsche kolonies in haar Afrikaansche bezittingen overweegt, is in dit
verband wel merkwaardig niet alleen zou Eng. hiermede uit de moeilijk
heden in Palestina geraken, doch tegelijkertijd zou Fr. de Arabieren voor
zich winnen en de in haar bezittingen dreigende overheersching van moeder-