Dit werd 20 jaar geleden gezegd en geschreven en ons weten
hierover is eigenlijk nog niet veel meer en beter geworden. Heel
aardig en treffend wórdt dit bv. gezegd in het boek van den
Franschen arts Albert Gervais, die van 191925 in West-China
in Setsjwan als missie-arts en professor aan de geneeskundige
school aldaar heeft gewoond in Tsjentoe. In deze echt Oostersche
stad van 700.000 inwoners brak af toe cholera uit en hij en zijn
vriend, de bacterioloog aldaar, maakten ook weer eens zoo'n
geweldige epidemie mee. In zijn boek„Aesculape en Chine"
zegt hij daarover dan het volgende Wij stelden van alles voor
ter verbetering van de hygiëne en ter isolatie van de lijders en
ter verpleging van de zieken, daar de cholera met werkelijk
angstwekkende snelheid om zich heen greep. lederen morgen
lagen nieuwe lijken opgestapeld op de straten en de stank werd
ondragelijk en de Europeanen instrueerden hunne bedienden
onder bedreiging met de vreeselijkste straffen bij verzuim van
allerlei inzake het koken van het water, van de dranken en van
de bereiding der etenswaren en van het wasschen van het vaat
werk. De Chineezen begrepen zooiets niet en maakten zich ook
niet overdreven angstig. Ze keken eigenlijk met minachting op
de vreesachtige Europeanen neer. Iedereen wist immers, dat de
Ho-Loan-Ping, d.i. de cholera, door een kwaden wind werd mee
gebracht en den een of anderen dag ineens weer verdwijnen zou.
De beide medici stelden zich, daar de autoriteiten nergens eenige
medewerking in verleenden de ellendigste gevolgen voor en
rekenden uit, dat gezien de kwaadaardigheid der epidemie, de
overbevolking en het volslagen gemis van eenig hygiënisch begrip
ongeveer 90 van de bevolking ten offer zou moeten vallen aan
deze ziekte. Ondanks alles kwam dan na eenige maanden de
cholera ineens tot staan en bleken nauwelijks 10 van de inwo
ners te zijn verloren gegaan aan deze bezoeking, zooals Gervais
zegt„geheel in tegenspraak met onze geldende wetenschap
pelijke denkbeelden".
En zoo zal een ieder meerdere dergelijke gevallen kunnen
opnoemen.
Thans volge de bespreking van enkele hygiënische maatregelen,
welke goede gevolgen hebben gehad op den gezondheidstoestand
van de strijdende legers wij zullen ons daarbij echter beperken
tot de meer algemeene, zooals legering, verpleging en kleeding.
Bijzonder mooi komt de goede werking van dergelijke alge
meene maatregelen uit in den Krimoorlog van 1854, toen men
van de bacteriologie nog vrijwel niets wist en vaak nog phantas-
tische ideeën had over het ontstaan van ziekten. Van Juli-Sep-
tember heerschte er onder de Engelschen en Franschen voor
Sebastopol een cholera-epidemie, die meer dan 10 verliezen
231