omdat uit het moederland veel warm goed werd gestuurd, dat de soldaat niet anders kon medenemen, dan door alles over elkaar heen aan te trekken. In de loopgraven werd, tenminste in den beginne streng gelet op de noodzakelijke hygiëne inzake den faecaalafvoer en de latrines werden inderdaad overdekt en afgesloten om de vliegen te weren. Maar in de laatste jaren was het geheele gebied van het front echter geworden tot een door oude en nieuwe latrines doorploegd land, waar elke granaat weer vuil uit te voorschijn bracht. Wij willen hier echter van af stappen en alleen nog iets memo- reeren over de meer directe medische profylaxe en wel over de beschuttende werking van de inentingen tegen typhus, welke in den wereldoorlog het eerst op groote schaal regelmatig werden toegepast. Hoewel over de gronden, waarop ideze inentingen berusten, nog wel het een en ander te zeggen valt hierover later is hier toch de practijk wel de factor, die het nut van dergelijke injecties met cijfers bewijst. Om te beginnen noemen wij dan het veel kleinere ziekte- en sterftecijfer aan cholera en typhus in den grooten oorlog ten opzichte van 187071 en nog duidelijker ten opzichte van vroegere oorlogen, en ten tweede de zeer groote en plotselinge daling van het aantal lijders, dadelijk in aansluiting aan de invoering der vaccinatie. In het Duitsche leger meende men, dat de eerste gevallen veroorzaakt werden door infecties in België, waar toen vrij veel typhus heerschte bij de Franschen dook de ziekte, die in beide legers tot een echte epidemie uitgroeide, het eerst in Lotharingen op. Hoewel beide geneeskundige diensten dadelijk de vaccinatie voorstelden en ze verplichtend wilden stellen, werd er in den beginne van de hoogere legerautoriteiten niet de noodige mede werking ondervonden. Eerst toen de epidemie een groote uit breiding had gekregen werd de vaccinatie algemeen verplicht gesteld en inderdaad met het schitterende resultaat, dat in aan sluiting aan dezen maatregel het typhusziektecijfer bijna oogen- blikkelijk een aanzienlijke daling ging vertoonen Dadelijk in de eerste maand van den oorlog (Augustus 1914) bedroeg het morbiditeitscijfer in het Duitsche leger 0,10 °/0o. Er was een snelle toename tot ruim 1,5 °/oo in begin December. Toen pas werd de vaccinatie grondig doorgevoerd met als gevolg een steile daling, tot in Maart 1915 een morbiditeitscijfer van 0,15 °/oo bereikt wordt. Een teruggang dus tot slechts het tiende gedeelte Trouwens, wie onzer twijfelt nog aan het nut van deze injecties. Ook in de overzichten van de behandelde zieken der koloniale troepen komt steeds weer het groote nut daarvan statistisch naar voren. 233

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 123