In het Fransche leger ziet men eveneens een zeer snelle stijging
van het typhus ziektecijfer in 1914. Einde November van dat
jaar zetten de inentingen pas goed in, omdat men oorspronkelijk
ook hier te klagen had over gebrek aan medewerking door onge
loof of liever gemis aan vertrouwen van de hoogere autoriteiten.
Reeds in October was men bij verschillende onderdeelen begon
nen te vaccineeren, oorspronkelijk met typhusvaccin zonder meer.
Later werd er de paratyphusfractie bijgevoegd (A en B), en
het resultaat was een directe daling van het typhusziektecijfer
in 1915, welke echter weer door een kleine stijging in den nazo
mer werd gevolgd, om vervolgens over te gaan in een voortdu-
renden teruggang van het aantal lijders in 1916, '17 en '18. Voor
wie cijfers wil hooren zeggen de uitersten het meest. Was het
totaal van Aug.-Dec. 1914 ruim 45.000 zieken, dit bedroeg in
1915 nog bijna 67.000, in 1916 12.500, in 1917 1700 en in 1918
slechts 757, totaal 127.000 zieken met ruim 12.000 dooden.
Zeer sterk voor het nut der vaccinatie pleitend is verder, dat
van de 2.000.000 man, die Amerika leverde en die allen gevac
cineerd waren, slechts 213 aan typhus zijn verloren gegaan en dat
in 1917 van de 144 typhusgevallen op de Engelsche vloot 136
niet en slechts 8 wel gevaccineerd waren
Maar we kunnen dichter bij huis blijven en hebben zelf nauw
keurige cijfers over de typhusgevallen bij het Kon. Ned. Ind.
Leger.
In 1915 werd de vaccinatie ingevoerd, gevolgd door een verbluf
fende daling van het typhusziektecijfer van 12 °/0o in 1915 tot
3.5 °/oo in 1917. Men bedenke daarbij, dat in de eerste jaren
hoogstens 50 zich liet vaccineeren en dat eerst in de latere jaren
dit percentage zoo veel hooger is geworden en thans slechts weinig
van de 100 scheelt, daarmede de typhus makend tot een zeld
zaamheid in ons leger. Het totaal aantal typhus-zieken blijft sinds
eenige jaren zeer laag. Er is alleen een geringe stijging sinds het
jaar 1934 te constateeren geweest en we moeten afwachten of
de toekomst ons de oorzaak van deze lichte stijging onthullen
zal. Momenteel bestaat nog geen zekerheid daaromtrent.
Van de vaccinaties tegen dysenterie is ook nog niet veel te
zeggen. In 1930 werd de dysenterie-fractie aan het vaccin toege
voegd, omdat het aantal ziektegevallen steeds stijgende was. Deze
stijging is echter wel te verklaren door de scherpere diagnostiek,
daar er steeds meer gevallen van enteritis met of zonder bloede
rig slijm bacteriologisch als bacillaire dysenterie worden herkend.
In het voorgaande meenen wij op overtuigende wijze te heb
ben aangetoond, dat de groote vermindering van het ziekte- en
sterftecijfer tengevolge van typhus grootdeels te danken is aan
de immuniteit, welke wordt opgewekt door deze vaccinaties. En
nu zijn wij gekomen tot de bespreking der hedendaagsche in
zichten, waarop deze immuniteit berust. Naar analogie van de
234