247 4. De grootten van de spreidingen en de vluchthoogten voor afstanden tot 400 m moet men weten. 5. Vuur zoo laat mogelijk openen en slechts op doelen, die het eigen voorwaarts gaan bemoeilijken. 6. Bedenken, dat de vuurstooten den It.mitr. verraden. 7. Slechts korte (3 a 5 schoten) vuurstooten afgeven. S. Het vuur ligt goed, indien 1/3 deel voor het doel ligt (hetgeen o.i. echter moeilijk zal zijn te constateeren) 9. Na 150 schoten loop verwisselen. 10. Niet vergeten, het wapen van tijd tot tijd te oliën. 11. Vliegerbestrijding slechts op kortste afstanden tegen een scheervlucht alleen op die vliegtuigen vuren, welke in de richting van den It.mitr. vliegen. 12. Het vuren op de kijkspleten van vewn. heeft alleen op korte afstanden eenig resultaat. 13. De fuseliers, die voor het vervullen van een opdracht buiten de groep moeten optreden, moeten de patroonhouders bij de groep achterlaten. 14. De patroonhouders van schutter en groepscommandant als laatste vuur- reserve te bewaren. Ook voor het binnendringen en voor de verdediging worden aanwijzingen gegeven. De munitieaanvulling moet geschieden door het toewerpen van de hou- derbakken door de fuseliers. Tk. Artillerie. Samenwerking infanterie - artillerie. In Infanterie et artillerie (R. d'Art., Oct.) komt gnl. der inf. Lugand terug op het op blz. 1086 (jaargang 1936) besproken artikel van gnl. Challéat met wien hij het eens is, dat de inf.reg.cdt. zelf over art. dient te beschik ken. In tegenstelling met gnl. Challéat wil S. deze art. echter door de inf. laten bedienen. Wij wijzen er hier op, dat men blijkens gegevens in D.W. van 8 Oct. in Italië in dit opzicht juist weder over stag is gegaande per reg.inf. ingedeelde, door inf. bediende, sie.art. is kortelings vervangen door een door art. bediende bij. van 4 X 6,5 cm, vervoerd op draagpaarden. De bij. kan sie.-gewijs optreden de bij.cdt. houdt zich normaal op nabij den reg.cdt. Stl.verandering geschiedt als regel sie.gewijs en wel door mankracht. Het artikel Zusammenarheit zwischen Infanterie und Artillerie. (A.R. Nov.), een neerslag van tijdens oefeningen opgedane ervaringen, bevat, naast eenige algemeen bekende feiten, een tweetal vermeldenswaardige conclusies. In de eerste plaats wenscht S., die alleen den av. behandelt, door elke bij. een waarnemer te doen zenden in voorste lijn. Deze waarnemers sluiten zich niet aan bij de voorwaarts gaande inf., doch houden zich op in de nabijheid van de wgpn. van de zw.inf.wapens. Hierbij valt op te merken, dat verplaatsing van de wgp. nieuwe oriënteering en wijziging van schiet- gegevens de waarnemer van een vuur dient normaal als vuurleider op te treden tengevolge heeft, terwijl het lot nu eenmaal wil, dat als regel juist een beroep op den waarnemer wordt gedaan, wanneer hij aan den wandel is en de vbn. derhalve verbroken zijn. Toch zal, gelijk ook de waarnemers van de zw.inf.wapens uit ondervinding weten, in onover zichtelijk terrein, d.i. onder de omstandigheden, waarin het meest van de waarnemers in voorste lijn zal worden gevergd, aan veelvuldige ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 137