250 van den bevelhebber - voorgelicht door den artcdt. de vele op de wijze van uitvoering van invloed zijnde factoren (beschikbare art. en mu. tijdstip van den av. duur en aanvang van de inleiding) tegen elkaar af te wegen. Uitgebreide beschouwingen omtrent noodzaak, uitvoering en te ver wachten resultaten van art.bestrijding geeft kol. Lanza in Counterbattery in the A.E.F. (F.A.J., Sept.-Oct.). Hoewel het artikel alleen betrekking heeft op den stellingoorlog, bevelen wij het ter lezing aan daar het een zeer duidelijk beeld geeft van de moeilijkheden, waarmede men op het gevechtsveld heeft te kampen. Vuurtactiek. In Der Feuerplan (A.R., Sept.-Oct.,-Nov.) schrijft kol. Böttcher dat het het D. gv.voorschrift voor de art. zoowel bij den av. als bij de vdd. een vuurplan verlangt. Uit de beschouwingen blijkt, dat men onder vuur plan niet slechts verstaat het samenstel van vuren voor een bepaald geval, doch de bvn., welke het gebruik van de art. regelen. Daar S. de meening is toegedaan, dat genoemd voorschrift terzake onvoldoende duidelijk is, geeft hij nadere aanwijzingen welke hij applicatorisch toelicht, daarbij uitgaande van een div.art. welke behalve uit den staf., 1 geluid- en 1 lichtmeetbij., bestaat uit 1 reg. vd.art. en 1 reg. hw. en kanonnen. Hij kant zich in zijn studie ten zeerste tegen de vuurwals, welke hij star noemt. Opgemerkt wordt, dat gnl. Marx dit verwijt tracht te weer leggen in Die Feuerwalze (M.W. nr. 20) tijdens den wereldoorlog kon men niet anders terwijl ook het gebruik van ra.vbn. daarin geen wijziging zou hebben gebracht. Kol. Böttcher vermeent voorts, dat gelijktijdig inschieten op eenzelfde doel door 2 bijn., onderscheidenlijk vurende met aard- en lwg., alleen in theorie kan worden voorkomen indien slechts mag worden ingeschoten na machtiging door den reg.cdt. dan wel aan de betrokken organen scherp afgebakende ter.strooken worden aangewezen. Men late beide bijn. inschieten zoodra de reg.cdt. de verkregen gegevens ontvangt, blijkt e.e.a. wel. Wij stellen hier tegenover, dat aard- en lwg. elkaar dienen aan te vullen (G.V.Mob.Art., pt. 34) en, zoo zij beide kunnen worden toegepast, eerstgenoemde moet worden gebezigd. Voorts dient men ter voorkoming van verwarring bij de vuurleiding zoo eenigszins mogelijk te ontgaan, dat 2 bijn. tegelijkertijd op hetzelfde doel inschieten. Wel stemmen wij in met de opmerking, dat het aantal punten waarop vuur moet wordén voorbereid Zielpwnkten) zoo klein mogelijk dient te worden gehouden, daar het opgeven van „50 en meer punten meer kwaad sticht dan goed". De door S. gegeven oplossing, om kaarten (calques?), waarop deze punten zijn aangegeven, door den hoogsten art.cdt. te doen verstrekken en wel in zoodanig aantal, dat ook de bij.- en bat.cdtn. alsmede de luchtwaarnemers een ex. ontvangen, zou inderdaad veel moei lijkheden kunnen ondervangen. Men verlieze daarbij echter niet uit het oog, dat het verzoek om meer punten veelal uitgaat van de inf.cdtn., die daaraan eerder de behoefte gevoelen, dan de hoogste art.cdt. Een oor deelkundige nummering van diens punten maakt het echter wel mogelijk, zoowel aan latere verzoeken te kunnen voldoen als verwarring te voorkomen. T.a.v. de art.bestrijding merkt S. op, dat er 2 oplossingen bestaan n.l. onmiddellijk bevuren van elke ontdekte bij. en het onder vuur nemen van alle ontdekte bijn. bij het inzetten van den av. De voor- en nadeelen van beide methoden behandelend, geeft S. aan, dat men zich veelal moet bepalen tot neutraliseeren daar vernieling veel tijd en mu. kost, terwijl nimmer zekerheid bestaat omtrent het resultaatom dezelfde redenen beperke men zich tot de vij.bijn., waarop kan worden ingeschoten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 140