3. HET GRAPHISCH BEPALEN VAN DE MISWIJZING VAN
(ARTILLERISTISCHE) BOUSSOLE-INSTRUMENTEN OP
ELK GEWILD PUNT IN HET TERREIN
MET BEHULP VAN DE ZON
door
A. MOL,
Kapitein Top. Dienst.
(Met een aantal schetsen en een nomogram achter in dit nummer).
I. INLEIDING.
In het I.M.T. nummer van Augustus 1932 is door den toen-
maligen len Luitenant der Artillerie J. P. G. Schmitz een
uiteenzetting gegeven over „het bepalen van het artilleristisch
azimuth eener lijn (c.q. richtbasis) en van de veranderlijke mis
wijzing van den boussolehoekmeter met behulp van de zon of een
ster". Na het lezen van dit verdienstelijk artikel, waarbij aan
stellingofficieren een methode aan de hand wordt gedaan om op
snelle wijze het ware azimuth eener richtbasis te bepalen, hebben
wij ons afgevraagd, waarom toch geen gebruik werd gemaakt
van het reeds jaren bij den Topographischen Dienst in gebruik
zijnde nomogram, het z.g. nomogram van Gonggrijp, dat in een
jarenlange practijk haar zeer goede bruikbaarheid heeft bewezen.
Reeds in 1929 werd bij bovengenoemden Dienst voorgeschreven,
dat dat nomogram definitief moest worden gebruikt bij het bepalen
der correcties (miswijzingen) der diverse boussole-instrumenten.
In voornoemde verhandeling wordt aan het bestaan van dit nomo
gram wel is waar herinnerd, maar nadere bespreking heeft niet
plaats, hoewel n.o.m. een omzetting der graadverdeeling in straal-
duizendsten voor het Wapen der Artillerie een zeer bruikbaar
en practisch nomogram zou hebben opgeleverd.
Toen in 1934 sprake was van het opnieuw samenstellen van
een meetvoorschrift van de Artillerie (V.T.A.) hebben wij be
langhebbenden gewezen op het bestaan van deze graphische
methode tot azimuthbepaling en een theoretische verhandeling
hierover samengesteld, welke door ons echter niet werd gepubli
ceerd. Nu echter de samenstelling van een nieuw V.T.A. weder
opnieuw aan de orde is gesteld en na de detacheering van een
tweetal officieren der artillerie bij de Herzieningsbrigade van
West-Java blijkbaar urgent wordt geacht, hebben wij gemeend
aan bedoelde verhandeling meerdere bekendheid te moeten geven.
201