beschouwing genomen. Zonder deze studie te behandelen (zij heeft ook niet als basis voor den krijg van 1866 gediend) wil ik toch een enkel punt uit die nota bespreken, dat een duidelijk beeld geeft van de onvergankelijke politieke drijfveeren in ons werelddeel. Aangaande Engeland oordeelde Von Moltke „Engeland behoeft noodzakelijk een sterken bondgenoot onder „de grootmachten op het vasteland. Het zou er geen een vinden, „welke beter in al zijn belangen past, dan een vereenigd Duitsch „Rijk, dat nooit aanspraak kan maken op de heerschappij ter zee, „daarentegen aan het continent voor immer de grootst mogelijke „stabiliteit verzekert door een sterke centrale stelling tusschen „het Romaansche Westen en het Slavische Oosten." En de vraag kan worden gesteld Is dit in 1937 niet nog steeds het geval, en is ook de Britsche politiek niet feitelijk nog altijd hiermede in overeenstemming Zijn samenvatting van den politieken toestand in 1860 luidde als volgt „De oorlog tusschen Oostenrijk en Pruisen sleept gansch „Europa mede in den strijd. „Frankrijk dient als vijand van Pruisen beschouwd te worden „het is uit op de vermeestering van het Rijnland, en Oostenrijk „laat het begaan. „Rusland, en waarschijnlijk ook Engeland, staan aan Pruisen's „zijdemaar de directe hulp van het eerste land komt eerst „later tot haar recht, en die van het tweede is niet van overwe genden invloed op den strijd. „België en Holland, zoowel als Italië, steunen Pruisen. „De Noord-Duitsche staten kunnen, zonder van meet af aan „hun bestaan in de waagschaal te stellen, zich niet onttrekken „aan eene aansluiting bij Pruisen slechts Sachsen kan en zal in „elk geval Oostenrijk's zijde kiezen. „De Zuid-Duitsche staten zullen waarschijnlijk onderling een „neutraliteitsverbond sluiten, waarbij bescherming door Frankrijk „niet zal worden versmaad. „Komt het tot een breuk tusschen Oostenrijk en Pruisen, dan „kan al naar den uitslag van den strijd een machtig Rijk onder „Habsburgsche of Hohenzollernsche heerschappij ontstaan „Duitschland betaalt echter zijn eindelijke vereeniging met het „verlies van provinciën aan het Oosten of Westen." Hoewel in groote lijnen juist, is Von Moltke's politieke analyse van 1860 hier en daar voor Pruisen te pessimistisch gebleken. Het is meegevallen Ook in 1862 toen Pruisen het met den Duitschen Bond aan den stok kreeg vanwege Kurhessen, was er voor Von Moltke aanlei- 176

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 2