b. dat de zon noorderdeclinatie had en de waarnemer zich op noordelijke breedte bevond, Er kunnen zich echter verschillende gevallen voordoen nml. c. de zon heeft zuiderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op den equator, d. de zon heeft zuiderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op het zuidelijk halfrond, e. de zon heeft noorderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op het zuidelijk halfrond, de zon heeft zuiderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op het noordelijk halfrond. Hoe zal in deze gevallen de constructie worden verklaard, daar voor de practische graphische uitvoering slechts gebruik wordt gemaakt van één kwadrant 3. De zon heeft zuiderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op den equator. Uit de figuren 1 en 3 kan onmiddellijk worden afgeleid, dat in dit geval de te construeeren figuren geheel symmetrisch zullen worden. De boog OC (in de projectie het stuk OH) zal dus dezelfde waarde hebben, maar aan de andere (zuid) zijde van de le verticaal liggen. Het azimuth wordt in dit geval dus niet 90° bg OC maar 90° bg OC. De constructie van OH ge schiedt dus op dezelfde wijze alsof de zon noorderdeclinatie had. In het nomogram wordt alleen de waarde van MH (fig 1) OH (fig 3) afgelezen, maar vermeerderd met 90°. We begrijpen nu direct waarom in het nomogram de oorsprong O als nulpunt is aangenomen, van waaruit de telling op de X-as naar rechts gaat. 4. De zon heeft zuiderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op het zuidelijk halfrond. Uit fig. 6 zien we dat deze symmetrisch is met fig. 4. Het azimuth der zon is nu gelijk aan 90° boog OC boog NOC. Zijn de geographische breedte cp en de declinatie dus gelijk aan die waarden in fig. 4, dan zullen de bogen OC in beide fi guren ook even groot zijn, zoodat de constructie geheel op de zelfde wijze kan geschieden. Was het azimuth in fig. 4 echter 90° boog OC, nu is het 90° boog OC. 5. De zon heeft noorderdeclinatie en de waarnemer bevindt zich op het zuidelijk halfrond. Beschouwen we fig. 7 aandachtig, dan zien we daarin zeer veel overeenkomst met fig. 4. Boog TR boog Z-ZP is gelijk aan de geographische breedte. TO is weder de le verticaal, RO 206

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 34