De bogen der geographische breedte, geconstrueerd op de X-
en Y-as, zijn concentrische cirkelbogen t.o.v. den cirkelboog van
het kwadrant, waarvan de verdeeling naar evenredigheid is ver
kleind. Zij bevinden zich resp. op 25 en 36° van den oorsprong
verwijderd.
Dat deze breedtebogen zich niet verder uitstrekken dan 10° in
'beide richtingen vanuit de coordinaatassen, vindt zijn oorzaak in
de ligging van Ned.-Indië nl. ongeveer tusschen 10° noord en
10° zuid van den equator.
De bogen II en III in het nomogram hebben met de azimuths-
bepaling niets uit te staan. Deze cirkelbogen zijn concentrisch met
de cirkelboog van het kwadrant, dus eveneens met de breedte-
bogen. Zij dienen alleen om de raaklijnen aan boog I (op de Y-as)
construeeren, m.a.w. een eenvoudige wijze om lijnen evenwijdig
aan de, uit den oorsprong getrokken verbindingslijnen naar de
geographische breedte op de X-as, te construeeren. Trekken we
toch een lijn evenwijdig aan de X-as vanuit boog I, die deze boog
zal raken op de Y-as (lijn van 0°), dan snijdt deze lijn de 'bogen
II en III. Zetten we nu van deze snijpunten dezelfde verdeeling
uit als op boog I, in evenredigheid met de straatlengten der bogen,
dan zullen alle lijnen getrokken door de overeenkomstige pun
ten van de bogen II en III raaklijnen zijn aan boog I in het over
eenkomstige punt van boog I. Zoodoende wordt dus op eenvou
dige wijze de raaklijn geconstrueerd, welke voor een bepaalde
geographische breedte noodig is.
III. PRACTISCHE BEPALING VAN HET AZIMUTH MET
BEHULP VAN HET NOMOGRAM.
De azimuthsbepaling met het nomogram is al zeer eenvoudig,
de gebruiksaanwijzing is achter op het nomogram gedrukt. In de
hiervoor besproken gevallen is het te bepalen azimuth steeds
afgelezen op de X-as van het nomogram. Een ieder zal echter
inzien, dat dit alleen kan plaats hebben, indien de zonshoogte 0°
bedraagt. Waar dit practisch niet kan voorkomen, zal aflezing
van het azimuth op de X-as ook nimmer geschieden. In verband
daarmede zijn de verticaalcirkels, dus de convergeerende bogen
in de projectie, ook niet doorgetrokken tot die as, maar is de
sector, aangevende de geographische breedten, vrij gelaten voor
constructiedoeleinden. We zien echter direct, dat, wanneer we
de gebogen lijnen zouden verlengen, deze de X-as snijden in de
overeenkomende verdeelingen der declinatie. Gemakshalve zijn
bij de uiteinden der verticaalbogen in het nomogram de getallen
der graden vermeld, aangevende azimuthale waarden van O
uit (lijn der waarden a).
In het nomogram zien we nog een verdeeling n.l. de hulpver-
deeling voor de azimuths aangebracht op 22° zonshoogte. Deze
210