Ook kan het geval zich voordoen, dat de declinatie negatief is en onze breedte zuidelijk b.v. kaartkilometer 600. Dan zouden we, omdat declinatie en breedte gelijke teekens hebben in de bovenste helft der sector onze constructie moeten uitvoeren. Echter vinden we daar geen getal 600, maar alleen getallen tusschen 972 en 1944. Om nu de constructie voor alle gevallen mogelijk te maken kan het nomogram als volgt gewijzigd worden (zie figuur 10). Naast de betrokken cirkelsectorboog wordt een tweede, concen trisch met de voorgaande, geconstrueerd, maar in tegengestelden zin becijferd a. Is nu de declinatie positief en de breedte negatief, dus van kkm 0 tot 972, dan wordt geconstrueerd op boog I, b. Is de declinatie negatief en de breedte positief dus van kkm 972 tot 1944, dan wordt geconstrueerd op boog II, c. Is de declinatie positief en de breedte positief dus van kkm 972 tot 1944 dan wordt geconstrueerd op boog III, d. Is de declinatie negatief en de breedte negatief dus van kkm 0 tot 972, dan wordt geconstrueerd op boog IV. Bij aandachtig lezen zullen we echter zien, dat ook volstaan kan worden met één boog zooals in het bestaande nomogram, mits we aan weerszijden der boog een becijfering aanbrengen en wel links van kkm 0 aan de benedenzijde tot 972 op de X-as naar 1944 aan de bovenzijde en rechts in omgekeerden zin (zie fig. 11). In deze figuur wordt nu voor de hiervoor genoemde gevallen a en b geconstrueerd in de onderste helft en voor de gevallen c en d in de bovenste helft van den cirkelsector, waardoor de ana logie met het bestaande nomogram is behouden. Ook hier geldt nu dat bij ongelijke teekens in de onderste helft, bij gelijke teekens in de bovenste helft wordt geconstrueerd. De hiervoor genoemde getallen 972 en 1944 zijn verkregen door rechtstreeksche omrekening der graadverdeeling in kaartkilome- ters. Vanzelfsprekend dat de verdeeling der sectorboog zoodanig kan zijn, dat bijv. veelvouden van 10 kaartkilometers zijn vermeld hetgeen het interpoleeren vereenvoudigd. Echter zal op de X-as altijd het getal 972 voorkomen. Het voorgaande geldt ook voor de bogen I, II en III aan de bovenzijde van het nomogram. De declinatieverdeeling op de X-as blijft in graden gehandhaafd, omdat deze waarden altijd in die maat worden verstrekt in de betrekkelijke declinatiestaten. Rest nog de zonshoogten en azimuthale verdeelingen. Deze zullen moeten worden omgerekend in straalduizendsten, hetgeen geen moeilijkheden zal opleveren. Hierbij dient er aan gedacht te worden dat de terreinhoekmeter bij horizontalen stand van de vizierlijn van den kijker 200 %0 aanwijst, zoodat het uit gangspunt voor de zonshoogtebepaling niet zal zijn 0 maar 200 %o 215

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 43