4. HET BETEUGELEN VAN WOELINGEN EN STRAATGEVECHTEN (VII) door C. G. J. TEERINK en A. J. Th. BOESTER, Kapiteins van den Generalen Staf. (Slot). I. Het breken van het verzet in het station en de omliggende gebouwen. 12.15 ontvangt 'kapitein D. nadere gegevens omtrent den aard van het verzet bij het station. De commandant van de recher cheurs deelt hem nml. mede, dat het station, de pakhuizen Z. van het station, alsmede de pakhuizen Z. van de spoorbaan en. W. van den Derden Dwarsweg in staat van verdediging zijn gebracht. Hij geeft eveneens een beschrijving van de gebouwen en het terrein in de onmiddellijke omgeving. Een en ander komt op het volgende neer. De ingang van het station bevindt zich aan de Z. zijde van het gebouw en bestaat uit een open ruimte met links en rechts vertrekken met ramen en deuren aan de N. en Z. zijde. Ramen en deuren zijn gebarricadeerd terwijl daarin schietgaten zijn uitgespaard. De zijkanten van het gebouw bestaan uit blinde muren, waarin door de verzetspartij eveneens schietgaten zijn aangebracht. De pakhuizen Z. van het station hebben een ingang aan de N. zijde, alwaar zich een verhoogde laad- en losplaats bevindt. De zijkanten en achterzijde van het gebouw zijn blinde muren, welke ook van schietgaten zijn voorzien. Aan de Z. zijde bevindt zich slechts één deur. In de bovenverdieping van de pakhuizen zijn zoowel aan de Z. als aan de N. zijde kleine vensters, welke, v.z.v. kan worden nagegaan, niet zijn geblindeerd. T.a.v. de pakhuizen W. van den Derden Dwarsweg geldt het zelfde m.d.v., dat de ingangen zich aan de Noordzijde bevinden. Alle gebouwen (ook het station) zijn uit steen opgetrokken. Omtrent het terrein in de omgeving verneemt kapitein D. weinig nieuws. Alles klopt met den plattegrond. De spoorweg overgangen 217

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 45