ten onrechte meende, dat in Noord-Bohemen nog slechts enkele Oostenrijksche korpsen stonden en de rest nog om en bij Olmütz terwijl in werkelijkheid begin Juli Benedek's gansche macht Noord van Königgratz was vereenigd. En het is zeker juist om aan te nemen, dat Von Moltke nimmer tot den gescheiden opmarsch richting Gitschin zou hebben besloten, indien hij ge weten had, dat Benedek's leger al voor het grootste deel daar vereenigd was. De gescheiden opmarsch en de vereeniging op het slagveld zijn nu gelukt, vooral dank zij de uitstekende kwa liteit der Pruisische legers. Maar het was een dubbeltje op z'n kant „Wiederholt hat Moltke, wo er lehrend auftrat, die Vereinigung „vor der Schlacht als die Regel bezeichnet und ausdrücklich davor „gewarnt, den Fall von Königgratz ohne weiteres zu verallgemei- „nern". De operatiën. Pruisen wilde, vóórdat eene oorlogsverklaring was gewisseld, onder geen beding Oostenrijksch gebied betreden derhalve moest worden gewacht tot den fameuzen datum van 14 Juni, den dag waarop de Duitsche Bond na een laatste stuiptrekking sneefde. Het ultimatum van 15 Juni aan Hannover, Kurhessen en Sach- sen kon toen uitgaan en, zooals ik in het vorige hoofdstuk op blz. 189 schreef, werd de Sachsische hoofdstad reeds den 18 Juni bezet en stonden de Pruisische legers langs twee van de drie Boheemsche grenzen. Omtrent de Oostenrijksche troepen wist Von Moltke op dat tijdstip, dat de Armeekorpsen 1, 2 en 4 in Noord-Bohemen in eerste linie stonden, daarachter in tweede linie bij Olmütz de 6 en 10 A.K., en bij Brünn in derde linie de A.K. 3 en 8 nadere berichten schenen te wijzen op een concentratie naar het Elbe-vak JosephstadtKöniggratz, al meende hij dat Benedek's hoofd macht voorloopig nog bij en beZuiden Olmütz stond. Von Moltke besloot daarom Benedek voor te wezen en het offensief te openen door een samentrekking van zijne legers in Noord-Bohemen, met als algemeen verzamelpuntGitschin. De Koning keurde den 19 Juni het volgende door Von Moltke ontworpen besluit goed 1. Inkomende berichten wijzen op eene concentratie van de Oos tenrijksche hoofdstrijdkrachten naar N.-Bohemen. 2. Het Ie leger gaat daarheen tot het offensief over. 3. Het He leger zal het Ie naderen, ten einde door een offensief in Bohemen de vereeniging tot stand te brengen. Vierteljahreshefte 1909, blz. 46. 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 10