de andere korpsen in tweede linie maakte de uitvoering van een gezamenlijk optreden moeilijk. Inderdaad heeft Benedek zijn plan ook niet uitgevoerd, en tegen geen der 3 invallende colonnes een overmacht van eenige beteekenis weten te stelien. Dit is wel de grootste fout van zijn gansche leiding geweest De linkercolonne der Pruisen werd gevormd door het V A.K., waar achter op meer dan een dagmarsch het VI A.K. volgde. Den 26 Juni bezette de voorhoede van Steinmetz' korps Nachod, vanwaar de zwakke Oostenrijksche bezetting werd verdreven. Ook de andere Pruisische colonnes (Garde over Braunau, en I A.K. over Liebau) konden zonder veel strijd de grenspassen vermeesteren en doorschrijden. Deze omstandigheid wekte in het Hoofdkwartier van den Kroonprins het vermoeden, dat Benedek's hoofdmacht zich tegen het Pruisische Ie leger keerde en derhalve beval hij aan ai zijn drie colonnes om den opmarsch te bespoedigen, ten einde door druk op Benedek's verbindingen het leger van Prins FRIEDRICH KARL te steunen. Wij weten nu achteraf dat dit vermoeden onjuist was, dat Benedek niets deed, en dat de Kroonprins met drie korpsen tegen zes Oostenrijksche korpsen optornde maar wel is dit nu een voorbeeld van strate gische moed en besluitvaardigheid De linkercolonne (Steinmetz) ging daarom 27 Juni voorwaarts naar Skalitz en kwam al dadelijk in zwaar gevecht met het 2 77 Clausewitz' Vom Kriege, I en III Buch, blzn. 53 en 172 nog een klein gedeelte aanhalen (gemakshalve vertaald) „Het klinkt zonderling, en toch is het een uitgemaakte zaak voor allen, „die den oorlog in dit opzicht kennen, dat veel meer wilskracht noodig is „voor een gewichtig strategisch besluit dan voor een tactische beslissing. „Bij de laatste voeren de oogenblikkelijke gebeurtenissen den betrokkene „mee voorwaarts, de handelende persoon voelt zich in een maalstroom „meegesleurd, tegen welke hij zich zonder de noodlottigste gevolgen niet „vermag te verzetten hij onderdrukt de opwellende bedenkingen en waagt „zich moedig verder. „In de strategie, waar alles veel trager verloopt, wordt veel meer ruimte „gegund aan eigen en anderer bezwaren, tegenwerpingen en voorstellen, en „aldus ook aan een ontijdig gevoel van spijt en omdat men in de strategie „de gebeurtenissen niet als in de tactiek althans vcor de helft uit eigen „oogen aanschouwt, maar alles moet raden en vermoeden, is ook de over tuiging minder krachtig. Het gevolg hiervan is, dat de meeste generaals „daar waar zij moesten handelen, in valsche bedenkingen blijven steken. „Er zijn tal van voorbeelden te noemen (Daun, Hertog von Braunschweig, „Ney, Murat, Benedek, Steinmetz, Koeropatkin, en vele meer. SI.) van „mannen die in lagere regionen de grootste besluitvaardigheid hebben ge toond, en die haar in de hoogere regionen verloren. Ofschoon dergelijke „mannen de behoefte gevoelen om tot een besluit te komen, zien zij toch „duidelijk de gevaren in, welke een onjuiste beslissing met zich brengt, „en omdat zij met deze dingen niet vertrouwd zijn, verliest hun verstand „zijn oorspronkelijke kracht, en worden zij des te aarzelender, hoe meer „zij het gevaar van besluiteloosheid beseffen, in welker ban zij zijn gevangen, „en hoe meer zij gewoon waren om frisch voor den vuist weg te handelen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 17