weit ausgedehnt werden." Het 6 A.K. marcheerde nu te 3.30 af naar het Westen (Skalitz) en was midden in die ten opzichte van Nachod flankmarsch te 6.00 in gevecht met de uit Nachod deboucheerende Pruisen. Het Oostenrijksche 6 A.K. verloor in dit gevecht 227 Officieren, 7145 man, 7 vm. en 2 vaandels de Pruisen 58 Off., en 1280 man.1) Het 6 A.K. had door den onverwachten klap zoo geleden, dat de korpsC. aan Benedek verzocht zijn troepen af te lossen. Dit geschiedde den 28 Juni te 7.30 stond het 8 A.K. met nog 2 batns. versterking in de stelling bij Skalitz en werd tevens het 4 A.K. vooruitgeschoven naar Dolan, 7V2 km West van Skalitz. Steinmetz, die niet over versche troepen kon beschikken, rukte den 28 Juni tegen de stelling op en het gelukte zijn vermoeide troepen om het Oostenrijksche 8 A.K. na een zwaar gevecht uit de stelling te verdrijven (alleen aan gevangenen verloor het 8 A.K. 2.500 man!). Alleen het 8 A.K. der Oostenrijkers had ge vochten bij Skalitz, en verlorenen toch had Benedek, die met het Hoofdkwartier in het 12 km van Skalitz gelegen Josephstadt legerde, daar minstens drie legerkorpsen beschikbaar (8, 4 en 6) en waarom reed hij niet zelf naar het nabijgelegen slagveld om daar leiding te geven Nu werd de commandant van het 8 A.K. afgezet, maar wat kon dat helpen Benedek nam nu ook het 8 A.K. terug en liet het 4 A.K. de stelling bij Schweinschadel bezetten, 5 km West van Skalitz. Den 30 Juni viel het V Pruisische A.K., dat na de zware gevechten ook sterk geleden had en daarom versterkt werd door eene Bri gade van het VI A.K., nogmaals aan en verdreef het 4 A.K. van Schweinschadel. Het A.K. van Von Steinmetz had zijn taak ten volle volbracht en werd nu in tweede linie teruggenomen en geheel door het VI A.K. vervangen. De Pruisische rechtercolonne werd gevormd door het I A.K. (Von Bonin), dat den 26 Juni van Liebau de grens bij Golden Oels overschreed en den 27 Juni bij Trautenau stiet op het Oos tenrijksche 10 A.K. De strijd verliep aanvankelijk gunstig voor de Pruisen, zoodat Von Bonin zelfs een hem aangeboden onder steuning door de le Gardedivisie afwees. Toch moest hij te 17.00 tot den terugtocht besluiten en had Von Gablentz het eerste 279 b Over het enorme verlies aan Oostenrijksche officieren in een gevecht van zulk een korten duur zegt Dragomirow „Der furchtbare Verlust an Officieren zeigt, dasz, wenn dieselben auch im Gefecht ihre Pflichten nicht ganz gewandt erfüllten, sie doch nicht zauderten, ehrenvoll zu fallen. Für Leute welche in Friedenszeiten gleichgültig gegen geistige Thatigkeit in Bezug auf ihren Beruf, denen aber Pflicht und Ehre nicht leere Worte sind, ist dies der einzige Ausgang, der mit ihren früheren Irrtümem versöhnen kann.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 19