2 A.K. langs de Trotina (zijriviertje van de Elbe, NO. van Königgratz) 8 A.K. Horzenowes, 4 A.K. Nedelist, 10 A.K. i Sadowa, 3 A.K. Dub, Sachs. A.K. Problus het geheel 180.000 man sterk met 650 vm. In het Pruisische Gr.Hdkw. meende men uit de bewegingen der Oostenrijkers te moeten afleiden, dat Benedek een defensieve opstelling zou innemen achter de Elbe, tusschen Josephstadt en Königgratz derhalve met het front naar het Westen en de rivier vóór zich. Welke bijzondere voordeelen men aan Pruisische zijde aan deze stelling toekende is niet geheel duidelijk, omdat zij door de aan wezigheid van het leger van den Kroonprins op haar rechterflank feitelijk al omtrokken was. Veel aannemelijker scheen een Oos- tenrijksche stelling met Königgratz als rechtervleugelpunt en zich naar het Westen uitstrekkende tot de Chlumetzer merengroep men had dan tevens Pardubitz met spoor- en groote wegen recht achter zich. Ondertusschen ging geen van de beide onderstellingen door, omdat Benedek volkomen onlogisch al zijn troepen samen trok in een heuvelstelling tusschen Bistritz en Elbe, met de Bistritzovergang bij Sadowa als het midden van het front. Wel was dit een sterke defensieve stelling van ruim 11 km frontlijn, welke hij met 180.000 man en 600 vm. ook sterk deed bezetten; maar een beslissing in Oostenrijks voordeel kon zij hem toch nooit brengen. Immers neemt men aan, dat Benedek van de onjuiste onder stelling was uitgegaan, dat hij alleen met de 9 divisiën van Prins FRIEDRICH KARL en Von Herwarth te strijden zou krijgen, dan kon hij met zijn overmacht de Pruisische aanvallen zeker bloedig afwijzenmaar zou hij dan tot den tegenaanval overgaan, dan zou het moerassige Bistritz-dal hem evenveel parten spelen als het den Pruisen eerst zou doen. Edoch Benedek had niet alleen te maken met de Pruisen van de oorspronkelijke Noord- groep, maar had op zijn rechterflank nog het leger van den Kroonprins, dat hem toch zijn aanwezigheid in de gevechten van Nachod, Skalitz, Königinhof en Soor duidelijk genoeg had gede monstreerd. Zou Benedek derhalve tot een tegenaanval van Sadowa naar het Noorden overgaan, dan kreeg hij het geheele Pruisische He leger in zijn rechterflank en rug. Daarom is het vermoeden gerechtvaardigd, dat Benedek aan nam, dat de Pruisische legers zich eerst in het Noorden zouden 283

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 23