Dit snijpunt wordt nu wederom verbonden met den vierden
schaaldrager (A), en wel met die verdeeling, welke den doels-
afstand aangeeft. Deze tweede verbindingslijn snijdt den derden
schaaldrager (P). Het getal, dat vermeld staat op den derden
schaaldrager hij het snijpunt van deze tweede verbindingslijn,
geeft aan het aantal in te zetten patronen berekend in banden.
Teneinde het nomogram niet onoverzichtelijk te maken, werden
slechts zooveel verdeelingen en indices aangebracht als met het
oog op eene goede duidelijkheid kon worden toegelaten. Indien
dus bepaalde afmetingen van het doel of een bepaalden afstand
niet door een vermelde verdeeling is aangegeven dient dus te
worden geïnterpoleerd.
Voorbeeld: een doel in horizontaal vlak terrein, breed en diep
100 m, bevindt zich op 2000 m afstand. Hoeveel banden dienen
te worden verschoten om 33 treffers te bekomen
Men verbindt schaaldrager B verdeelstreep 100 met schaal
drager D eveneens verdeelstreep 100. Het snijpunt van de ver
bindingslijn 100 B100 D snijdt den hulpdrager in het punt S.
Dit punt S wordt verbonden met de verdeeling 20 op den schaal
drager Adeze verbindingslijn snijdt den schaaldrager P tus-
schen de daarop aangegeven verdeelingen 60 en 70. Dit laatste
snijpunt ligt op ongeveer 14 van den afstand tusschen 60 en 70
van 60 verwijderd dus bij 62y2. De munitieinzet bedraagt dus
62 Vz band.
Bij gebruik van de in den aanvang vermelde formule zou
het aantal banden, benoodigd voor een zelfde doel, 48 stuks
bedragen. Het niet onbelangrijke verschil van 14V2 band is een
gevolg van de grootere nauwkeurigheid van het berekende nomo
gram boven de formule. In het nomogram is verwerkt de invals
hoek instede van de dieptetrefferruimte, welke laatste vooral voor
de groote afstanden, in verhouding, te sterk is afgerond.
Wordt een grooter trefferpercentage dan 33 geëischt, dan dient
men het verkregen benoodigde aantal banden te vermenigvul
digen met een breuk waarvan de noemer steeds 4 is en de teller
10 X de factor uit tabel XIII (V.S.I. IV), welke behoort bij het
geëischte percentage.
Voor belangstellenden moge nog volgen, op welke wijze het
nomogram is berekend.
De meergenoemde formule luidt
Voor f is genomen de waarde 0,4 behoorende bij een treffer
percentage van 33 (V.S.I. IV tabel XIII).
o' de breedte van een kopschijf, vermenigvuldigd met de
dieptetrefferruimte van de schijf bij een bepaalden afstand.
289