3. BESCHOUWINGEN OMTRENT DEN WERKKRING VAN HET DIENSTVAK DER INTENDANCE IN OORLOGS- EN VREDESTIJD (II) door TH. E. J. DE BIE, Kapitein der Intendance. Vervolgzie I.M.T. 1937 nr. 2). Ad. h. (Voorziening der buitengewesten). Werd hiervoor met een enkel woord melding gemaakt van eenige commandementen, welke tot het verplegingsgebied van een der territoriale Intendanten behooren, ook de overige troepen in de buitengewesten mogen in oorlogstijd door de Intendance niet worden vergeten. De aldaar gelegerde bezettingen moeten zoolang de verbindingen zulks toelaten van het noodige worden voorzien. Voorkomen moet worden, dat zij tengevolge van de op Java plaats grijpende gebeurtenissen in het vergeetboek zouden geraken. Zij zullen niet alleen van de gebruikelijke aanvullingen moeten worden voorzien, doch verschillende gewesten zullen extra hoeveelheden intendancegoederen moeten ontvangen, ten einde bij verbreking der geregelde verbinding met Java althans voorloopig in eigen behoefte te kunnen blijven voorzien. Niet alle commmandementen in de buitengewesten vferkeeren voor wat de voedselvoorziening uit eigen middelen betreft in een gunstige positie. In verband hiermee zal de intendance hebben te overwegen of en in hoeverre de toezending van bepaalde voor raden levensmiddelen noodig is en of de beschikbare voorraden op Java deze hulpverleening toelaten. Ad. i. (Dienst der magazijnen in oorlogstijd). Tenslotte nog een enkel woord over den magazijnsdienst der intendance in oorlogstijd. Deze mag door de dienstleiding geenszins uit het oog worden verloren. Naast enkele ook gedurende den oorlog onmisbare magazijnen zullen in verschillende garnizoenen de bestaande magazijnen kunnen worden opgeheven, zoodra de troepen deze garnizoenen hebben verlaten. Het is de taak van den Hoofd intendant te overwegen, welke magazijnen gehandhaafd moeten blijven en welke kunnen worden opgeheven, het tijdstip der 291

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 31