Juist in dat geval zal een grondige bestudeering van de in het V.S. Art. opgenomen waarnemingsvlakken hem tot eene behoor lijke waardeering van het waargenomene in staat stellen en eene practische uitvoering van het gestelde in de slotzinsnede van meergenoemd punt 87 mogelijk maken. De waarde der waarnemingsvlakken als zoodanig, wordt door het V.S. Art. zelve dit blijkens de cursiveering zeker niet de minst voorname geacht. In analogie met het daaromtrent t.a.v. de waarnemingsvlakken I en II in het V.S. Art. vermelde, willen wij de moeilijkheden bespreken, welke een vuurleider bij de sph.meting zal onder vinden, wanneer hij de waarneming uitvoert t.o.v. de niet ge draaide liggende glasplaatlij n. Duidelijkheidshalve zal deze beschouwing door eene bespreking van de waarneming rechtuit worden voorafgegaan. I. DE WAARNEMING RECHTUIT. In alle gevallen, waarin de richtlijn en de waarnemingslijn niet in één vlak loodrecht op het rooivlak liggen, zal de opgemeten, gebeurlijk met W/S vermenigvuldigde, sph. niet gelijk aan de werkelijke sph. zijn. Bij waarneming rechtuit zal onder deze omstandigheden de gebeurlijk met W/S vermenigvuldigde, waargenomen sph. met de werkelijke overeenstemmen, wanneer het spt. in de verticaal door het inschietpunt (in het verticale vlak door het inschietpunt loodrecht op het rooivlak), anders gezegd gelegen is. In 'dit verband dient onderstaande figuur te worden beschouwd D Inschietpunt. SEinvalslijn. KD richtlijn. S een spt. gelegen in de verticaal van D. WD waarnemingslijn. De springhoogte (werkelijk SA) wordt door den waarnemer als SB opgemeten. Aangezien de hoeken ASD en BSD respectievelijk met de hoeken t en overeenkomen, is het duidelijk, dat de waarge- 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 44