daarmede bereiken, dat de horizontale glasplaatlijn (zijn waar- nemingsvlak) samenvalt met het vlak, gevormd door de richtlijnen der stukken. Hierdoor is hij in staat de sphn. ten opzichte van de richtlijn, m.a.w. de werkelijke sphn., op te meten. Bij deze werkwijze is het noodzakelijk, dat de miswijzing van den terreinhoekmeter van den B. Hm. nauwkeurig bekend is. Is zulks niet het geval, dan dient deze eerst ter plaatse te worden bepaald, bijv. door vergelijking van eenige th.metingen met die uitgevoerd door de stukken 1), dan wel met behulp van een, in overleg met den O.C., door den B.C. aan te geven punt van bekende hoogte en op bekenden afstand. 2) Op de kleinere schootsafstanden dient de O.C. er overigens voor zorg te dragen, dat de kijkerkop van zijn instrument op vuurhoogte, d.i. ongeveer 90 cm boven den grond, wordt geplaatst, hetgeen practisch bereikt wordt door eene opstelling voor gebruik (zittende op den grond). Voorbeeld. De aan de batterij gecommandeerde th. bedraagt 25 (hierin is een toeslag van 1 °/0o begrepen) De miswijzing B.Hm. bedraagt 2 °/oo- In verband met de voorgelegen dekking en de hs. commandeert de B.C. th. 10 meer. Voor het opmeten van de sph. geeft de B.C. de aanwijzing O.C. sph. opmetenB.Hm. op (-{-) 34 stellen (vgl. V.R.A. pt. 25, stellen-optellen)Nadat het gecommandeerde aantal schoten is afgegeven, meldt de O.C. zijn waarnemingen in de volgorde der schoten, onder vermelding van a. de nummers der bij de waarnemingen behoorende stukken. b. c.q. onnauwkeurig. Dit, in verband met eene hierna te bespreken controle van den terreinhoek. Bijv.: Opgemeten sphn.: Ie (-)-) 3 2e nw.; 3e (-)-) 1; 4e 19 onnauwkeurig, dan welHalt sph(-)-) 21 onnauwkeurig, nummer vraagteeken. Onder bepaalde omstandigheden zullen de meldingen van den O.C. na vergelijking met de waarnemingen van den B.C. een, zij het dan als regel zéér globalen, indruk van den afstand geven, waarop de schoten van het doel zijn gevallen. Vooropgesteld dat de th.hoek juist werd bepaald hetgeen zelden het geval is zullen de richtlijn en de waarnemingslijn (van den B.C.) elkaar in het inschietpunt snijden. Na eene tijde- 308 b Dit vormt tevens een controle van de terreinhoekmeters der stukken. Een controle in dezen geest moet steeds plaats hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 50