6. PROEVE VAN BEWERKING VAN DE 2de VRAAG TACTIEK (TOELATINGSEXAMEN H.K.S. 1937) x) door J. W. VAN MARLE, Kapitein der Infanterie. A. DE OPSTELLING DER ONDERDEELEN VAN HET DET. P. 1. De legering te TENGARAN werd beveiligd door inf. voorposten (afsluiting wegen, bewaking tusschengelegen terrein); 1 pel.Cav. 6 legerde bij de hoofdmacht. Zoo spoedig mogelijk nadat 1 sie.Wr. 2 en 1 pel.pau. ter beschik king van den Det.Cdt. zijn gekomen, krijgen deze onderdeelen een verkennende opdracht in n. richting en treden daarna dus onder éénhoofdige leiding op als verkenningsdetachement, teneinde zoo spoedig mogelijk op te helderen waar de gemelde vijandelijke afdeeling zich bevindt. Het pel.cav. wordt hierbij niet ingedeeld, doch treedt op als beveiligende cav. in het voorhoede-verband, daar het zich minder goed eigent de snelle actie, die in dit geval van het vk.det. wordt gevraagd, te volgen. In het legeringsgebied blijven achter 1. het radiostation (in bedrijf) wordt aangetrokken zoodra de afstand tot de marschcolonne te groot zou worden. 2. de Det.autotrein. 3. de V.P.A. 4. de auto's van 1/3 T.A., met opdracht de marschcolonne sprongsgewijs te volgen. 5. de vereenigde B.Tn. min de f.wn., welke tijdens den marsch ter beschikking blijven van de onderdeelen. 6. de bataljonsgewijs vereenigde veldzakkenkarren vóór den afmarsch wordt de gevechtsuitrusting aangenomen, daar dien dag zeer waarschijnlijk een treffen met den vijand zal plaats hebben. 318 1) Aangezien geen kaart is bijgevoegd geven wij instede van een calque een beschrijving van de indeeling der onderdeelen met eenige toelichting.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 60