Aangezien het Det.P. zoo goed als zeker in gevecht zal komen, lijkt het gewenscht reeds vóór den afmarsch een deel der dragers van de T.A. bij de voorhoede in te deelen. Wij stellen ons voor, dat de Det.Cdt. zich niet aan een bepaalde plaats gebonden acht, doch zich in den regel niet verder naar achteren zal ophouden dan het hoofd van de hoofdmacht. Hetzelfde geldt eenigermate voor den cdt. van de voorhoede. B. OVERWEGINGEN EN BESLUIT VAN DEN DET.CDT. 1. Wij leggen verband tusschen de op 7-3-37 gemelde ROODE colonne en het op heden (8-3-37) waargenomen graafwerk. De betrekkelijke berichten wettigen evenwel niet de onderstelling, dat de lijn Q. 104 METES 1 slechts door 1 bat.inf. zou zijn bezeteen deel van de colonne kan aan de waarneming zijn ontsnapt (bedekt terrein, nachtmarschen)dan wel vij.af deelingen kunnen reeds nabij het vij. stellingterrein vóórdien aanwezig zijn geweest. Wij mogen evenmin aannemen, dat de vij. niet over art. beschikt. Toch verwachten wij hier geen sterke troepenmacht, gezien de sterkteverhouding tusschen de BLAUWE en ROODE hoofdmachten bij AMBARAWA gedurende de voorgaande dagen. De vij. moet snel worden aangegrepen, daar 'hij dan minder gelegenheid heeft, zijn verdediging te organiseeren hoe eerder het Det.P. voorts met hem heeft afgerekend, des te eerder komt het weder ter beschikking van C.-I Div. voor een actie op de flank van de ROODE hoofdmacht. Deze laatste reden geeft ons boven dien aanleiding te trachten den vij. beslissend te slaan, aangezien wij in dat geval beter dan na terugwerpen in staat zullen zijn het oorspronkelijke plan van den Div.Cdt. te helpen uitvoeren. Deze overweging pleit voor een omvattenden aanval. Rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid, dat de vij. er bij den inzet van den aanval reeds in is geslaagd een vuurfront op te bouwen. Een frontaanval hiertegen in te zetten zonder den onontbeerlijken art. steun, vooral over het open terrein w. van den hoofdweg, achten wij niet te verantwoorden. De vij. zal dus omvattend moeten worden aangegrepen. De volgende vraagpunten zijn 1. op welken vleugel moet de omvatting plaats hebben, 2. waar moet de uitgangsopstelling van de omvattende groep worden gekozen. Op de laatste vraag kan eerst antwoord worden gegeven, nadat de vleugels van de vij. stelling zijn vastgesteld. Dit nu is de taak van het vk.det., waaraan wij, nadat het voorhoedeverband is opgeheven, het pel.cav. toevoegen. Het vk.det. zal onder vasthou ding van de twee uit SALATIGA in n.w. en n.o. richting voerende wegen een actieve verkenning moeten uitvoeren tegen 's vijands 320

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 62