pL'S „ziSÏÏ ïn d"' 1». t,™»
7. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Tactiek.
Anti-tankgeschut.
In M.W. nr. 26 bespreekt Gnl. Eimannsberger den pantserafweer. Volgens
onllen j voegende wapens op 100 m afstand pantsers tot een dikte
van <10 mm doorboren.
kal. proj. proj.gew. Vo(m/sec.)
Tankbuks 20 mm spr.gr 150 g. 750
Tankgeweer 13,35 mm massief 52 g. 1000
Tankgeweer 17 mm massief 115 g. g5g
(hierbij is er door S. rekening mede gehouden, dat practisch het doel nooit
onder een hoek van 90° kan worden getroffen). Het groote voordeel van
1,.?^ dl„m°SelijkVei?.0m1Springg^anaten te gebruiken, de tankbuks boven
et tankgeweer plaatst, zal eerst door den volgenden oorlog worden beslist
Persoonlijk heeft Gnl. E. de volgende meening: Thans zijn vrijwel alle
tanksoorten en ook de zwakke punten daarvan, bekend. Dat wil dus
zeggen, dat het groote doel (de tank) in een aantal kleine doelen (de
kwetsbare plaatsen) is uiteengevallen (tegen deze kleine zwakke doelen
zou de granaat de voorkeur verdienen, daar deze na binnengedrongen te
zijn, meer uitwerking heeft).
Het lichte anti-tankwapen is een zuiver infanteriewapen, dat in de sectie
het best op zijn plaats is.
E,lk® .je?:c,dt'. zal Zljn, anti-tankwapens, zoolang hem de toestand nog
niet duidelijk is, gereedstellen, waarna hij ze inzet op dat frontgedeelte
waar hij een pantseraanval het meest waarschijnlijk acht. Er is ongetwijfeld
in elk regiment bij den pantserafweer een zwaartepunt. De divisie-afweer
middelen worden naar het beeld, dat de div.cdt. zich heeft gevormd, bestemd
voo de versterking van een of meer reg.vakken. Is de toestand nog
onvoldoende bekend, dan kunnen ze geheel of gedeeltelijk ongeveer tusschen
de mt. en de art. gereed gehouden worden. Breekt een aanval los, terwijl
het geschut nog „gereedgesteld" is, dan grijpen ze zoo spoedig mogelijk
Sj..Zegt hieromtrentHun werking mag daar groot zijn, maar hun
6 opdracht> de infanterie beschermen, kunnen zij niet vervullen
omdat die meer naar voren vecht. Zij kunnen in het gunstigste geval een
tankdoorbraak m het stellmgterrein der artillerie bemoeilijken, maar de
infanterie is dan reeds onder den voet geloopen. Neen, men kan de dingen
niptTT W^ndej zo°als men wil, maar voor den pantserafweer helpt
ets anders, dan de t.b.v. den div.cdt. gestelde middelen over de stellino
veibo W 0n VU"fbereid op te stelien- Deze oplossing is niet mooi. maa?
veilig. Wapens, welke achtergehouden worden, zullen waarschijnlijk niet
meer m de voorste lijn m werking komen." S. gaat niet mee met het
streven, om tegenover tanks een even bewegelijk bestrijdingsmiddel te
stellen, daar dit voert naar een tank i.p.v. naar een afweerkanon.
M b.t. de laatste conclusie van den S. willen we het volgende opmerken
Gaat men met zoover als S. vreest, dan zijn o.i. aan „gelandegangig" af-
325